Dominantie bij honden, feit of fictie?

 

Welke aap zit er in je hond ? Over hiërarchie en dominantie bij honden.

Neen, er zit helemaal geen aap in je hond maar het is een vergelijking naar een studie over de dominantie en zelf-domesticatie van apen en dan specifiek die van chimpansees en bonobo’s.
Verder in dit artikel zal de vergelijking met honden duidelijk worden, hopelijk! 🙂

 Dominantie?

Dominantie bij honden is een hot-topic want volgens de ene is het een feit en volgens de andere fictie maar wat is dominantie nu eigenlijk ? Dominantie betekent (bron www.encyclo.nl en www.ensie.nl) als iets of iemand meer invloed of macht heeft dan de rest of wanneer iets of iemand sterker is dan de rest.
Een ander woord voor dominant is “overheersend”. volgens www.etymologiebank.nl is het ontleend aan het Franse woord dominer ‘gezag uitoefenen’ [10e eeuw; Rey] < Latijn domināri ‘id.’, een afleiding van het zn. dominus ‘heer, meester’ en volgens https://nl.wikipedia.org/wiki/Dominant_(dier) betekent het bij dieren dat het een dier is met een leidende sociale positie. Synoniemen voor dominant zijn: leider, hogergeplaatste, meerdere en baas.

Dominantietheorie?

Dominantietheorie bij honden stamt af van de periode (1970) waarin men dacht dat bij alle wolvenroedels agressie en onderwerping de algemene parameters waren om een roedel te leiden (bron:https://www.youtube.com/watch?v=tNtFgdwTsbU – Dr. David L. Mech).
De hoogste in rang van deze roedels noemde men de alfawolf. Daar de hond de rechtstreekse afstammeling is van de wolf (genetisch is het verschil niet groter dan 1%) ging men ervan uit dat men honden moest corrigeren net zoals wolven dat onderling doen.
Er bleek echter een kink in de kabel daar deze theorie was gebaseerd op artificiële wolvenroedels. Artificiële wolvenroedels zijn roedels die in gevangenschap leven op een afgesloten of beperkt domein en waarvan de wolven uit verschillende andere roedels komen.
Bij deze roedels was het inderdaad zo dat men kon spreken over een alfa en over duidelijk meer agressie en een felle strijd om de levensbronnen. Later is gebleken dat bij roedels die in de vrije natuur leven deze “alfa” terminologie niet van toepassing is.
Bij wolvenroedels in de vrije natuur spreekt men over een vanzelfsprekende leiding waar er een taakverdeling is en waar felle agressie voor levensbronnen veel minder van toepassing zijn. Bij wolvenroedels die in de vrije natuur leven is het dus beter om te spreken over de moederwolf en de vaderwolf maar laat wel duidelijk zijn dat er nog altijd een hiërarchie is! Bij hondentraining leunt de klassieke training het meest aan bij de verouderde dominantietheorie van wolven.

Domesticatie

Het verschil tussen de wolf en onze hond is dat onze hond gedomesticeerd is.
Een gedomesticeerde diersoort -beschreven volgens Jared Diamond, biogeograaf aan de University of California- betekent een diersoort die in gevangenschap wordt gefokt en daarbij van zijn wilde voorouders gaat verschillen op een manier die de soort nuttiger maakt voor de mensen die zijn voortplanting en (bij dieren) voedselvoorziening regelen. (bron:boek “de wijsheid van honden en Diamond J. ‘Evolution, consequences and future of plant and animal domestication’, Nature 418, nr 6898 (2002): 700-707)

Bij de afsplitsing van wolven naar honden spreekt men over zelf-domesticatie. Zelf-domesticatie is het product van natuurlijke selectie.
Als de minst bange, vriendelijkste dieren van nature in het voordeel waren ten opzichte van bangere en agressievere dieren, dan zouden er vanzelf populaties met kenmerken van domesticatie ontstaan, zonder dat mensen zich met hun voortplanting bemoeiden (*1).

Vanuit die visie is er een opsplitsing gebeurd naar onze uiteindelijke gedomesticeerde hond! Wel is het zo dat vanaf men met het fokken begon, men niet meer over zelf-domesticatie kan spreken maar wel over gewone domesticatie. Bij een experiment door Dmitri Konstantinovich Belyaev met wilde vossen is de theorie over zelf-domesticatie bekrachtigd (bron *1 en https://en.wikipedia.org/wiki/Russian_Domesticated_Red_Fox ).

Wat is nu de link tussen apen, dominantie, domesticatie en onze hond ?

Apen hebben niets met wolven of honden te maken met uitzondering van de gelijkenis betreffende zelf-domesticatie.
Bij apen heeft deze evolutie zich ook al voorgedaan en hier als voorbeeld de Chimpansee en de Bonobo(*1). Het verschil tussen chimpansees en bonobo’s weerspiegelt het verschil tussen wolven en honden. Chimpansees en bonobo’s behoren beiden tot de familie van de apen maar chimpansees zijn veel agressiever dan bonobo’s.
Chimpansees zijn net als wolven zeer territorium gevoelig, bij chimpansees doden de mannetjes én de vrouwtjes de kinderen van anderen net zoals vrouwtjeswolven ook andere vrouwtjes –uit andere roedels- aanvallen en mogelijks ook hun jongen doden.
Chimpansees en wolven jagen ook allebei. Bonobo’s en honden tonen veel minder agressie dan chimpansees en wolven.
Verwilderde hondenroedels regelen zelden de zaken met echte agressie en puppy’s van andere honden worden meestal met rust gelaten. Wilde honden zijn ook meestal slechte jagers en bonobo’s jagen nauwelijks.
Bonobo’s zijn ook slanker, hebben kleinere hoektanden en een kleinere schedel dan chimpansees net zoals onze gedomesticeerde honden kleinere hoektanden en een kleinere schedel hebben dan wolven.

De verschillen tussen wolven en honden tonen dus gelijkenissen als die van chimpansees en bonobo’s. Hoe valt dit te verklaren ?

De reden is dat bij zelf-domesticatie de selectie is gebeurd op het niet-agressief zijn! Bij de vossen van Belyaev fokte men gedurende verschillende generaties met de minst agressieve en minst angstige vossen.
Het resultaat waren vossen die vriendelijk waren tegen mensen, meer vocaal waren en hangoren hadden. Allemaal eigenschappen van gedomesticeerde dieren.

Men zou dus kunnen stellen dat door de zelf-domesticatie bij bonobo’s de dominantie factor véél minder aanwezig is of dat men misschien enkel nog kan spreken van een bepaalde hiërarchie?! Zo zou het dus bij honden ook zijn ? of niet ?

Bij experimenten is gebleken dat bonobo’s veel meer geneigd zijn om iets te delen dan chimpansees. Wanneer 2 volwassen chimpansees eten moeten delen mondt het gegarandeerd altijd uit tot een gevecht of de ene verlaat het toneel al vóór een gevecht begint.
Bij bonobo’s ligt dat anders, bij dezelfde experimenten bleek dat bonobo’s (ongeacht de leeftijd) áltijd het voedsel deelden, óók met vreemden.
Voorts bleek ook dat bij de chimpansees het hormoon testosteron (verhoogt als het moet concurreren) steeg als ze eten met andere chimpansees moesten delen. De chimpansees ervoeren dit moment om het eten te delen dus als een strijd en het lichaam bereid zich daarop voor! Bij de bonobo’s was er enkel een stijging van het hormoon cortisol (stresshormoon & stijgt als een dier spanning ervaart), wat aantoont dat de bonobo’s dit moment niét als een strijd zagen maar wel als een stressvol sociaal moment. De bonobo’s reageerden door het eten te delen om conflicten te voorkomen.

Met dit in het achterhoofd zou het toch interessant zijn om te weten als honden net zoals bonobo’s óók hun eten zouden delen ?
Om dat te weten heb ik een collega-trainer in Canada gevraagd wat zijn ervaring was daarmee. Die collega trainer heeft meestal zo’n 20 honden en dus veel ervaring met hondenroedels.

Hij antwoordde –over honden die eten delen- dat hij dit al meegemaakt had maar dat het zeker geen algemene regel is. Het was al voorgekomen met honden uit eenzelfde familie en/of als ze samen opgegroeid waren maar nog niet met honden die niet samen zijn opgegroeid (artificiële groep).
Bij honden die niet samen zijn opgegroeid was het dus niet het geval dat ze eten zouden delen. Dit is enerzijds zoals de bonobo’s (de honden die familie zijn of samen zijn opgegroeid) die wel voedsel willen delen en anderzijds zoals de chimpansees die niet willen delen, zoals bij een artificiële roedel wolven waar de voedselbronnen ook niet zomaar gedeeld worden! Uiteraard heb je op alles uitzonderingen maar in het algemeen waren dat zijn bevindingen.

Ook bij groepen van wilde honden spreekt men van een bepaalde dominantie volgens recent onderzoek. In die groepen zijn de volwassen dieren doorgaans dominant ten opzichte van de jonge en jongvolwassen dieren (bron *1 en Cafazzo et al.,Dominance in relation to age, sex, andcompetitive contexts in a group of free-ranging domestic dog ).

Wel is het zo dat dit bij honden –volgens het onderzoek- minder frequent en niet zo absoluut voorkomt als bij wolven.

En dat is voor mij de kern van de zaak nl. het hangt van de hond en de omgevingsfactoren af.

Bij sommige honden en sommige rassen is dominantie duidelijker aanwezig, en bij anderen véél minder tot bijna niet.
Sommige klanten van me hebben de braafste honden die in de zetel kunnen.
Echter ken ik ook mensen met de braafste hond waarvan de hond plots wel gromde en dreigend gedrag vertoonde naar kleine kinderen (zonder dat er in het verleden negatieve ervaringen waren met kleine kinderen). Honden markeren ook hun territorium (net zoals wolven en chimpansees hun grenzen markeren/verdedigen) en liefst op de plaats waar een andere hond gemarkeerd heeft en soms zo hoog mogelijk.

Ook zijn er honden die dichter bij de wolf staan (oude rassen zoals chowchows, husky’s, akita’s, wolfshonden) dan andere honden (de moderne rassen zoals bv. bulldoggen, terriërs, herders, windhonden, jachthonden) waar de dominantieverhoudingen ook weer anders zijn (opnieuw, er zijn altijd uitzonderingen op de regel).
Momenteel zijn er ongeveer zo’n 356 hondenrassen (bron https://nl.wikipedia.org/wiki/Lijst_van_hondenrassen), laat het duidelijk zijn dat er tussen de verschillende rassen en zelf binnen de rassen onderling duidelijke verschillen zijn in karakter, mede bepaald door de genen, de socialisatie op jonge leeftijd en de omgevingsvariabelen. Chimpansees en bonobo’s zijn genetisch zeer gelijklopend aan elkaar (bron: https://www.eva.mpg.de/3chimps/files/apes.htm en http://www.nature.com/nature/journal/v486/n7404/pdf/nature11128.pdf) en dat zijn maar 2 soorten. Wolven en honden zijn genetisch ook zeer gelijklopend aan elkaar en toch ook zo verschillend en dan heb je nog eens de 356 hondenrassen die genetisch gezien óók zeer gelijklopend zijn aan elkaar maar óók zo verschillend kunnen zijn op alle andere vlakken.
Zelf al zijn de genen goed van een nest pups (lees: de ouders zijn goede stabiele honden met sterke zenuwen waar geen problemen mee zijn), je mag er zeker van zijn dat de fokker voor zichzelf snel zal uitmaken welke hond uit zijn stabiele nest hij zal houden voor zichzelf en welke niet, onder meer gebaseerd op het karakter, de drijfveer en de dominantie van de pup.
Dominantie is een reëel feit dat bijna niet, in mindere of meerdere mate aanwezig is in je hond. Aan u of uw trainer om dit correct in te schatten en er correct mee om te gaan maar het bestaan van dominantie mag niet ontkend worden!

 Ontkennen van dominantie

Er heerst een meningsverschil betreffende dominantie tussen hondentrainers die de verschillende methodes toepassen (deze methodes zijn beschreven in een ander blog artikel, thevens te vinden op de GoBobby.be website onder de sectie BLOG).
Sommige trainers ontkennen de term “dominantie” (ze noemen het “zelfzekerheid” of “hoge houding”) omdat een bepaalde studie aangetoond zou hebben dat wilde honden zich vooral aangetrokken voelen tot de leukste van de bende en die dan ook als hun leider zullen zien maar andere recente studies spreken wel over dominantie (bron *1 en Cafazzo et al., Dominance in relation to age, sex, andcompetitive contexts in a group of free-ranging domestic dog )
Zo heb ik een geval vernomen van een hond met een sterk karakter die zeer duidelijke tekenen van dominantie begon te vertonen na een wijziging in de gezinssamenstelling. De gevolgen voor de hond waren dramatisch, de trainer die langskwam kon er geen weg mee (een oplossing voor dit gedrag viel buiten zijn spectrum) en het advies was euthanasie, wat ook zo gebeurde.

 Spectrum van hondentraining m.b.t. dominantie

Bij hondentraining zijn er verschillende trainingsmethodes, wanneer een brave speelse hond zonder tekenen van dominantie te hardhandig aangepakt wordt volgens een klassieke methode omdat men eens wilt tonen “wie de baas is” zal het fout lopen.
Wanneer een hond met dominante karaktertrekken getraind wordt volgens een pure positieve methode en men enkel het ongewenste gedrag zal negeren, dan zal het ook fout lopen!
Bij GoBobby zien we hondentraining als een breed spectrum en sommige honden balanceren links in het spectrum, anderen rechts of in het midden. Sommige honden hebben meer aanmoediging nodig waar anderen wat duidelijkere richtlijnen en regels nodig hebben.
Bij GoBobby werken we dynamisch en zo positief mogelijk (lees de blog over de verschillende trainingsmethodes om onze methode beter te begrijpen).
De vertrouwensband met je hond zien we als 1 van de belangrijkste zaken in je relatie met je hond, je kan een zeer sterke band creëren én een bepaalde hiërarchie aanhouden. Dominantie zien we als iets dat er in bepaalde mate is, waar we rekening mee houden en zeker wanneer er kleine kinderen in de leefomgeving zijn.

 Philippe Dhont

Bron *1: Brian Hare & Vanessa Woods – De wijsheid van honden

Reacties zijn gesloten.

Scroll naar boven