
Gobobby
TopCoach
Workshop

Woensdag
• Wat is hondentraining?
• GoBobby 360 training protocol
• Communicerende vaten
• Waarom doet een hond iets voor je?
• Wanneer wordt gedrag goed uitgevoerd?
• Algemene manier van werken.
• Hoe moet je verbaal communiceren tijdens je training?
• Free shaping game
• Shaping game – praktisch
Donderdag
• Dopamine verhogend trainen
• Wandeltechnieken
• Recall training
• Speltraining
• Neus van de hond/zintuigelijke eigenschappen/wat is geur/geurbronnen
Vrijdag
• Verspreiding van de geur
• Speurvoorwaarden
• Tracking / Mantrailing / Airscenting
• Mantrailing in de praktijk
• Voor je begint
• Hoe starten?
Zaterdag
• Wandeldag
Woensdag
Wat is hondentraining?
Vraagstelling
Antwoord
Wat betekent hondentraining eigenlijk?
Het betekent dat de hond uitvoert wat je hem hebt aangeleerd en dat op het moment dat je het vraagt! We moeten dus over bepaalde kennis en vaardigheden beschikken om dat te kunnen waarmaken!
Hondentraining in het algemeen is gebaseerd op het feit dat we de hond doen GELOVEN dat er een VOORDEEL is voor hem!
Algemeen gezien is hondentraining meer dan enkele trainingstechnieken & gehoorzaamheidstraining. Ook houden we rekening met het potentieel van de hond en van het baasje.
Het is evengoed een filosofie waarin we de hond respecteren voor wat hij is en we behandelen ze met het nodige respect op een gebalanceerde manier.
The big picture in hondentraining gaat echter over meer. Gedragsmodificatie, een goede opvoeding, socialisatie en habituatie zijn ook zeer belangrijke pijlers.
Onze blueprint in hondentraining stellen we voor met het “GoBobby 360 Training Protocol”.
GoBobby 360 Training Protocol
Vraagstelling
Antwoord
Wat is het 360 Training Protocol?
https://gobobby.be/gobobbys-360-training-protocol/
De bedoeling van het 360 TP is om iets te hebben waarop je steeds kan terugvallen, iets dat werkbaar is, iets dat niet te theoretisch, niet te rechtlijnig en niet te compromisloos is!
Het 360 TP (Training Protocol) is praktisch en flexibel. Het geeft duidelijk aan wat de basis is maar elk punt kan je minder of meer gaan toepassen, afhankelijk van de hond zijn noden, karakter en jouw verwachtingen. Het is dus zeer flexibel en toch zeer duidelijk en toepasbaar op alle honden! Dat is dan ook precies wat de kleine en grote bubbels betekenen in de onderstaande slide van het “GoBobby’s 360 Training Protocol”. Bij de ene hond moet je op een bepaald punt meer aandacht besteden dan bij een andere hond!
Het is dus een flexibel framework waar je steeds op kan terugvallen als het gaat over gedragsmodificatie of training.
■ Wat houdt het in?
Honden leven in onze wereld, niettemin gebeurt het zeer dikwijls dat mensen geen controle hebben over hun honden en dat de hond de leefwereld bepaalt met als gevolg dat vrienden, familie of kennissen niet meer over de vloer willen of durven komen. Of het wandelen gaat moeilijk, de hond valt uit of misschien zijn er net bijna geen uitdagingen en is de hond super braaf en vriendelijk tegen iedereen en wilt men gewoon de hond zijn potentieel ontplooien etc…
Het 360 TP is een framework dat kan voldoen aan alle verwachtingen en uitdagingen, waarbij je bij de sterkere uitdagingen strakker te werk kan gaan en bij zachte, gemakkelijke honden net zeer veel kan toelaten maar de verschillende aspecten van het training protocol blijven steeds geldig en toepasbaar op elke hond.
Afhankelijk van je hond, en zijn noden/uitdagingen/karakter, kan je de basis sterker of minder sterk toepassen. Deze basis, het eerste luik, zijn de basisbehoeften, de sociale behoeften, de energy burn-off en de structuur. Dit is het allerbelangrijkste om gewenst gedrag te vormen, bij elke hond! Jong of oud, groot of klein!
Een tweede luik is de training. Daar wordt het potentieel van de hond aangepakt. Training is zeer belangrijk daar het gaat over ontplooiing en verrijking van je hond. Het geeft een hond voldoening en vult zijn noden in vele gevallen ook in. Denk maar aan speuren en detectie waar een hond zijn neus kan gebruiken of free shaping dat een mentale vermoeidheid teweeg kan brengen en in combinatie met het dagelijkse voedsel zorgt het ervoor dat je hond deze trainingsmomenten met veel plezier uitvoert! We creëren dus een actieve mindset bij de hond! De gehoorzaamheid wordt dus opgeschroefd, wat ook een voordeel kan zijn in de algemene omgang met je hond.
Een derde luik is de waardering. En zoals je leest is het een derde, en laatste luik! Waardering in de zin van extra luxe, knuffels etc… komt het best wanneer al grotendeels aan de andere zaken is voldaan en wanneer de hond betrouwbaar en controleerbaar is.
Maar waardering/appreciatie komt ook vanuit de training en de relatie die je daardoor met je hond opbouwt!
Waardering door training is zeer belangrijk en voor de hond misschien wel 1 van de belangrijkste zaken omdat het hem/haar goed doet voelen. Resultaat boeken in je training en daardoor een sterke band opbouwen met het baasje is van onschatbare waarde. Maar resultaat boeken en het gevoel hebben iets te kunnen is voor je hond ook iets van grote waarde. Het is waardering en respect voor het dier. Het is iets dat zij doen, en niet jij (niettemin doe je het wel samen)! Het geeft hen dus een goed gevoel! Een sterk gevoel van waardering!
Communicerende vaten
Vraagstelling
Antwoord
Balans vinden
Het 360 Training Protocol is een blueprint waar training zijn plaats heeft en als het gaat over hondentraining, dan zijn er nogal dikwijls verschillende methodes, technieken en instrumenten om een doel te bereiken.
Om ons doel te bereiken maken we dus gebruik van een bepaalde methodiek, technieken en instrumenten. Maar elke hond is verschillend en daarom moeten we een balans vinden in het juiste gebruik van de methodiek, technieken en instrumenten. De juiste balans vinden kan principieel worden weergegeven als communicerende vaten.
Vat 1 - Methodiek:
De verschillende methodes en inzichten die de basis vormen om je hond te trainen. Deze methodes zijn o.a. het inzicht in de noden van je hond, speltraining (goed om de relatie te verbeteren), loktraining (ideaal om de posities aan te leren) en free shaping (om de hond creatief te maken).
Vat 2 -Technieken:
De technieken gaan dieper in op de methodes met name hoe je kan inspelen op de noden, hoe je aan free shaping doet (ook negatieve free shaping?), hoe je loktraining gebruikt (alles apart of alles in 1 zoals het jachtspel?), hoe je de e-collar gebruikt (ook in gewone training of enkel recall?), hoe je het wandelen aan de leiband toepast etc...
Vat 3 - Instrumenten:
Een grondige kennis van de verschillende instrumenten helpt je om meer succes te hebben in je training. Bepaalde instrumenten kunnen bij bepaalde honden gebruikt worden in een bepaalde context en bij andere honden of in een andere context dan weer niet. Zal je een pinch collar gebruiken bij een zenuwachtige, agressieve hond om zijn gedrag bij te sturen?
Waarom doet een hond iets voor je?
Vraagstelling
Antwoord
• Is het de will to please ?
• Omdat hij je graag ziet?
• Andere zaken?
■ Honden zijn opportunisten!
■ Het is om zichzelf een goed gevoel te geven (oxytocine, seratonine etc...).
■ Om voordeel te vinden in de zaken die ze doen.
■ Andere zaken zoals lopen eten, markeren, zich vermenigvuldigen, jagen, doden, afbreken, gek doen, zich amuseren, affectie krijgen,...
Bij de meeste honden kan je zeggen dat het is om de eigen situatie te verbeteren en/of om zichzelf een goed gevoel te geven.
Wanneer wordt gedrag goed uitgevoerd?
Vraagstelling
Antwoord
Wanneer je hond tevreden is met wat hij heeft gedaan?
■ Een aangeleerd gedrag wordt goed uitgevoerd wanneer het een "reflex response" is. Dit wilt zeggen wanneer het automatisch uitgevoerd wordt zonder verder nadenken of twijfelen. Wanneer een bepaald aangeleerd gedrag een reflex response is in elke situatie, dan is het aangeleerde gedrag onder "stimulus control".
Onder "stimulus control" betekent dus dat je het gevraagde gedrag verkrijgt wanneer de instructie is gegeven, onafhankelijk van de context waarin je je bevindt.
Bij veel honden is het zo dat hoe hoger ze in drive zijn op een bepaald moment, hoe slechter de gehoorzaamheid.
Daarom moet er ook in hoge drive worden getraind, in een gecontroleerde omgeving, zodoende een algemene goede gehoorzaamheid te hebben in alle/de meeste omstandigheden.
In “real life situations” wordt echter getracht om de hond steeds onder een bepaalde threshold te houden.
Algemene manier van werken bij het trainen. The road to success
Vraagstelling
Antwoord
• Hoe beginnen we eraan?
■ We beginnen indien mogelijk altijd zo positief mogelijk en de hond kan voedsel, speeltjes, aanrakingen en verbale beloningen ontvangen bij het uitvoeren van het gewenste/gevraagde gedrag alsook wanneer de intenties hoog zijn.
■ De verschillende stappen van “The road to success”!
- Creëer motivatie in de hond! Gebruik eten, spel en aandacht!
- Werk grondig op de primaire gehoorzaamheid op basis van beloning.
- Als er drive, zelfvertrouwen en een gevestigde relatie bestaat, gebruik dan leaddruk (bekrachtiging van je instructie met de mechanische trainingsinstrumenten) om het gevraagde gedrag te versterken of te corrigeren voor het niet uitvoeren (dus géén aversie en let op de correcte timing!). Vervolgens moet je de correcte en gepaste reactie van je hond verkrijgen op die bekrachtiging nl. het uitvoeren van wat er is gevraagd.
- Wanneer de hond de gevraagde instructie EN de bijbehorende bekrachtiging voor activatie en correctie goed begrijpt, dan kan je doorgaan naar matige tot sterkere bekrachtiging. Hierdoor wordt het begrip bij de hond van hoe dit uitgeschakeld moet worden sterk uitgebreid.
Bij het trainen kunnen we als beloning gebruik maken van voedsel, spel of aandacht. Om te starten is voedsel meestal interessanter omdat:
- Eten moet je niet terugkrijgen & de bal wel.
- Je kan veel meer herhalingen doen met eten in plaats van met spel
- Wanneer je met voedsel werkt is de hond in een lagere drive dan wanneer je met spel werkt en een hond die kalmer is, leert gemakkelijker.
Echter, wanneer iets is aangeleerd, dan kan je perfect overgaan op spelbeloning in plaats van eten. Ofwel op een mix van spel, aandacht en voedsel (casinotraining – vb. Ph. Snyman met bal/eten/aandacht etc...).
■ Opbouwende flow
• De oefeningen moeten opbouwend zijn in moeilijkheid & omgeving (prikkels) tot een goede kwaliteit is bereikt & dan pas overgaan naar de volgende stap.
• Begin kort met iets wat je hond graag doet (iets dat hem activeert) en eindig ook met iets wat hij graag doet (spel)
■ Voorwaarden om te starten met trainen
• De hond moet de juiste attitude hebben nl. een active mindset. De hond moet ook een gezonde honger hebben zodat voedsel gebruikt kan worden in de training.
• Steriele omgeving (dojo training, dit betekent een omgeving met weinig omgevingsprikkels).
• De hond moet gemotiveerd zijn! In geval van free shaping moet de hond sterk reageren op het geluid van de clicker.
■ Consequenties voor doen en niet doen
• Consequenties voor DOEN → beloning, training gaat verder.
• Consequenties voor NIET DOEN wanneer de hond weet wat hij moet doen → training stoppen, “restaurant” sluit de deuren!
• Consequenties voor NIET DOEN wanneer de hond niet weet wat hij moet doen → De oefening gemakkelijker maken (de hond kan er niet aan doen).
Hoe moet je verbaal communiceren tijdens je training?
Vraagstelling
Antwoord
• Begrijpen honden een volledig verhaal dat je hen vertelt?
• Begrijpen honden je lichaamstaal? intonatie?
■ Honden begrijpen toonhoogtes en het volume dat je gebruikt, pas dus je toon & volume aan afhankelijk van de situatie.
■ Bijkomend kunnen honden ook perfect de kleinste details waarnemen met betrekking tot je lichaamstaal, vandaar dat luring technieken met handgebaren zéér succesvol kunnen zijn (het gebaar met de hand wordt dan eigenlijk de instructie).
■ Honden leren in beelden/foto’s.
■ Honden leren door het maken van simpele associaties.
The shaping game op basis van operante conditionering
Vraagstelling
Antwoord
• Operante conditionering?
Operant = Proefondervindelijk/Spontaan
Conditionering = Gedrag aanleren & er een gewoonte van maken
■ Wat it operante conditionering?
Operante conditionering is een leermethode waarbij gebruik wordt gemaakt van belonen en straffen (straffen betekent niet dat dit een lijfstraf moet zijn maar iets niet krijgen is ook een vorm van straf).
Door operante conditionering wordt een verband gelegd tussen een gedrag en een gevolg (positief of negatief) voor dat gedrag.
■ Waarom operante conditionering gebruiken?
Het is wetenschappelijk bewezen dat vrijwillig leren een zeer krachtige manier is om iets aan te leren en in dat leerproces kunnen we belonen (bekrachtigen of versterken) en corrigeren (bestraffen).
Als je dat doet dan leert de hond welk gedrag een beloning oplevert en dan zal hij dat gedrag herhalen. Ook leert hij welk gedrag een bestraffing oplevert en dan zal dat gedrag minder worden uitgevoerd of helemaal niet meer.
- Een "bekrachtiger" is iets dat de kans vergroot dat een bepaald gedrag of reactie opnieuw zal plaatsvinden.
- Een "bestraffer" is iets dat de kans vergroot dat een bepaald gedrag of reactie NIET opnieuw zal plaatsvinden.
■ Wat is free shaping?
(Free) Shaping is een wetenschappelijke benaming waar het de bedoeling is om een bepaald gedrag te verkrijgen, opgebouwd aan de hand van een reeks kleine stappen zonder enige tussenkomst van de begeleider.
De aandachtspunten zijn:
- Iets moeilijker om mee te starten in vergelijking als met loktraining
- Duurt iets langer
- Je moet eventueel de omgeving "omvormen" zodat fouten maken moeilijker is
- Leuk om te doen als algemene oefening
- Goed om angstige honden meer zelfvertrouwen te geven (instabiele objecten)
Het is dus een soort van warm/koud spelletje. De hond moet de oefening zelf uitzoeken en daar koppelen we uiteindelijk een instructie aan eens de hond het gewenste gedrag automatisch uitvoert. Deze manier van trainen is ook goed om de hond creatief en zelfzeker te maken en een zeer sterke basis om tal van zaken aan te leren (zo ook als basis voor detectietraining).
■ Waarom een clicker?
- Géén emotie, de focus ligt op de correcte associatie van het gedrag
- Het betekent altijd hetzelfde (nl. beloning komt eraan/kan eraan komen)
- Betere timing (snel!)
■ We onderscheiden:
- Click release (Dopamine verhogend! Dopamine is een doel!)
- Click & continue (gebruiken we NIET)
De beste methode is “Click Release” omdat deze dopamine verhogend werkt.
The shaping game praktisch uitgevoerd
Vraagstelling
Antwoord
• The shaping game?
(1) ■ De clicker opladen
Eerst moet de motivatie opgebouwd worden, hiervoor gebruiken we de clicker.
De eerste stap is dat we de clicker “OPLADEN“, figuurlijk gesproken.
Dit kan met gewoon voedsel, als de hond honger heeft en voedsel gemotiveerd is, ofwel met high-reward food (of een mix van beide).
Het associëren van de clicker met het voedsel is klassieke conditionering nl.:
Signaal 1 → [CLICK] gevolgd door de beloning.
Dus [CLICK] gevolgd door voedsel zal betekenen dat [CLICK] = voedsel/beloning.
De [CLICK] verhoogt het dopaminehormoon, het is niet de beloning op zichzelf maar de verwachting om beloond te worden!
In theorie moet het voedsel NET NA de [CLICK] komen.
Dus wanneer de oefening goed wordt uitgevoerd tijdens je training:
- [CLICK] → happy dog!
- No [CLICK] → Beter je best doen!
(2) ■ Het spel spelen...
The Shaping Game is niet meer dan een warm/koud spelletje waar we de hond zijn gedrag associëren met iets wat hij doet en het dan gaan benoemen. In het begin moet je snel [CLICKEN] en belonen want anders daalt de motivatie en de interesse.
- [CLICK] voor de zone (begin altijd in zone 1) en beloon de goede intenties. Het belonen van de goede intenties is in het begin VEEL belangrijker dan het gewenste resultaat willen zien.
- [CLICK] voor het dichter komen tot het gewenste resultaat en/of voor het actief blijven in de oefening.
- Wanneer de hond de oefening uitvoert zoals gewenst, dan laat je hem dat nog verschillende keren uitvoeren tot het een automatisme is.
- Benoem het uitgevoerde gedrag op het moment dat het wordt uitgevoerd, let op de timing!
• Spreek en pas dan [CLICK], spreek enkel wanneer je tevreden bent over het uitgevoerde gedrag.
• Spreek wanneer de hond het uitvoert (in het begin) - associatie naar de instructie.
• Spreek wanneer de hond het gaat uitvoeren (later) - dit is de instructie - Herhalen…
Belangrijk om te weten is dat je wel een beetje kan valsspelen om de hond te helpen (en dan vooral in het begin).
Echter, speel niet te veel en te lang vals want wanneer je te veel helpt en de hond nooit faalt, dan kan het zijn dat hij nog steeds te weinig zelfvertrouwen zal hebben en/of géén actieve mindset (lui, hij krijgt toch zijn eten). Soms is het goed om de oefening te stoppen waardoor de motivatie van de hond zal stijgen (hangry)!
Falen is ook bijleren!
(3) ■ Manier van belonen tijdens de free shaping
• Come and get it (de hond moet de beloning -het voer- komen ophalen > click-release).
• Room service (belonen met voer wanneer de hond in positie is).
• Belonen met aanraking om de hond te kalmeren of duidelijk te maken dat hij niet verder moet “zoeken” (bv. bij posities of de focus bij detectie).
Aanpassingen in “The Shaping game”
Om het moeilijker te maken kan men tijdens “the shaping game” plots (of na een succes) van oefening veranderen. Dit maakt de hond alerter en creatiever op termijn maar dit is geen must.
Donderdag
Dopamine verhogend trainen
Vraagstelling
Antwoord
• Belonen of niet belonen, that's the question!
■ Meer aandacht met minder beloning:
Tijdens het trainingsproces belonen we de hond, hoe we belonen verandert ook tijdens dat trainingsproces. We onderscheiden continue bekrachtiging en gedeeltelijke bekrachtiging met een variabele.
Continue bekrachtiging:
Bij continue bekrachtiging wordt het gewenste gedrag elke keer dat het voorkomt versterkt. Dit schema kan het beste worden gebruikt tijdens de beginfase van het leren om een sterke associatie tussen het gedrag en de reactie te creëren.
Doorlopende bekrachtigingsschema's zijn het meest effectief wanneer je probeert om een nieuw gedrag aan te leren. Het creëert een patroon waar elke gedefinieerde reactie wordt gevolgd door een gedefinieerde consequentie.
Gedeeltelijke bekrachtiging:
Zodra de uitvoering zeer sterk is moet worden overgeschakeld naar gedeeltelijke bekrachtiging met een variabele. Bij deze gedeeltelijke bekrachtiging wordt de respons slechts een deel van de tijd versterkt (beloond dus), wat een dopamine verhogend effect heeft.
Gedeeltelijke bekrachtiging met een variabele kan zijn:
- Enkele korrels
- Meerdere korrels
- High reward food
- High reward food tussen de gewone korrels
- Aandacht
- Affectie
- Spel
- Geen beloning (en toch de [CLICK]/flink uitgevoerd of uitgesproken te hebben)
- Jackpot beloning (dikwijls op het einde van de oefening)
Wanneer we dus tijdens de training de beloning onvoorspelbaar maken, dan zal de drive & frustratie mogelijks verhogen met als gevolg meer motivatie.
Het toevoegen van “unpredictable reward” (onvoorspelbare beloningen) verhoogt het hormoon “dopamine”!
FILM SOPALSKY - Dopamine Jackpot
Dus wanneer een beloning altijd een constante is, dan zal het hormoon dopamine ook een constante zijn. Door willekeurig te gaan belonen krijgen we meer motivatie!
OPGELET – Dit is wetenschappelijke taal en niet altijd even toepasselijk in alles wat we doen met onze honden maar bij benadering toch zeker bruikbaar.
Om dit op te bouwen zal je dus steeds het volgende doen:
(1) Eerste stap → altijd belonen (continue bekrachtiging), tot het gevraagde gedrag gekend en aangeleerd is.
(2) Tweede stap → Als het gedrag gekend is en op vraag goed wordt uitgevoerd, dan ga je over naar periodieke beloning met een variabele.
Wanneer je een zéér felle of onvoorspelbare hond hebt, dan kan je gebruik maken van predictable reward! Je zal dus altijd belonen om geen frustratie te verkrijgen want dan krijg je mogelijks unpredictable behavior!
Wandeltechnieken
Vraagstelling
Antwoord
• Wandelen aan de leiband met de juiste technieken en de stappenmethode.
■ 3 methodes
- Via wandeltechnieken
- Via gehoorzaamheidstraining (voet of volg instructie)
- Via clickertraining
■ Manuele hulpinstrumenten
- Pinch collar (hond activeren, corrigeren, wanneer gebruiken?)
- Gewone halsband, wanneer gebruiken
- Snuitband (Gentle Leader of halti), wanneer gebruiken?
- Jachtlijn (kalmerend effect), wanneer gebruiken?
- Flexlijn, wanneer gebruiken?
- Clicker
- Harnas (voordelen – angstige honden, nadelen - trekken).
Via clickertraining - optioneel
De GoBobby STAP-STOP and GO stappenmethode:
Met de GoBobby Stap-Stop and GO stappenmethode gaan we proberen om een sterke motivatie te creëren tijdens het wandelen. Door deze methode heeft de hond een sterkere aandacht voor jou. Deze methode vereist dat de hond voedselgemotiveerd is en deze methode werkt nauw samen met de gewone wandeltechnieken (links draaien, rechts draaien & achteruit gaan) waar we een zone creëren waar de hond vrij (weliswaar dicht bij ons) kan lopen. Met de stappenmethode gaan we dus geen instructies gebruiken zoals "voet" en "volg". De gebruikte principes zijn continue bekrachtiging om te starten met deze methode en periodieke bekrachtiging met een variabele beloning op het einde. Er wordt bij elke fase gestart met een minimum aantal stappen (2 of 3) dat telkens wordt uitgebreid tot uiteindelijk 300 in de laatste fase.
FASE 1:
- Je start met wandelen, de hond wandelt links van je. Na enkele stappen (2 tot 3) stop je met je linker voet naar voor (je voeten staan dus NIET samen) en op het moment dat je voet stopt duw je op de clicker. Vervolgens stopt je hond en geef je de beloning (voedsel). Dit herhaal je maar je gaat geleidelijk aan niet meer aan 3 stappen stoppen maar dan aan 7 - 12 - 18 - 25 - 30 enz...
Elke keer je bent gestopt begin je ook terug van 1 te tellen tot waar je was gestopt en ga je het aantal stappen verder uitbreiden. In die eerste fase doe je dat tot ongeveer 50 stappen.
FASE 2:
- Je start met wandelen, de hond wandelt links van je. Na enkele stappen (2 tot 3) stop je met je linker voet naar voor (je voeten staan dus NIET samen) en op het moment dat de hond stopt, dan click je! Dus NIET MEER WANNEER JOUW LINKERVOET STOPT! De bedoeling is dat we de hond conditioneren op je linkerbeen en wanneer je linkerbeen stopt, de hond ook zal stoppen omdat hij een beloning verwacht (Fase 2 is nog steeds continue bekrachtiging dus elke keer je stopt, beloon je met het voedsel). Dit herhaal je maar je gaat geleidelijk aan niet meer aan 3 stappen stoppen maar dan aan 7 - 12 - 18 - 25 - 30 enz. net zoals in stap 1.
Elke keer je bent gestopt begin je ook terug van 1 te tellen tot waar je was gestopt en ga je het aantal stappen verder uitbreiden. In die tweede fase doe je dat tot ongeveer 100 stappen. Wanneer je hond NIET stopt en doorwandelt, dan geef je daar geen aandacht aan en je begint opnieuw, desnoods zal je ook terug MINDER stappen doen en eens je terug succes hebt kan je het aantal stappen terug uitbreiden.
FASE 3:
- Fase 3 is de fase waar de wandeltechnieken erbij komen. In deze fase zal je dus ook links draaien, rechts draaien en achteruit gaan. Elke stap die je maakt met de wandeltechnieken telt ook mee en tel je op bij het geheel. Je begint dus opnieuw vanaf het begin en stop bij stap 2, 3 of 4 en je bouwt het aantal stappen geleidelijk aan op, in combinatie met de technieken. Wanneer jij stopt en de hond gaat verder, dan stuur je bij volgens de wandeltechnieken. Tijdens deze fase maken we nog steeds gebruik van continue bekrachtiging en de clicker. Je clickt dus op het moment dat de hond stopt en NIET wanneer jij stopt. De hond moet niet zitten, hij kan zelf half voor je staan (in je weg), de bedoeling is dat hij stopt, niet in de leiband hangt en naar je kijkt met een verwachting om beloond te worden.
FASE 4:
- In de vierde fase beginnen we het gebruik van de clicker te stoppen en gaan we over naar verbale markering. Fase 4 is dezelfde manier van werken als fase 3 maar als je stopt zal je niet meer clicken maar zal je verbaal belonen. Dus als je stopt zeg je op het moment dat je hond stopt, "flinke meid" of "flinke man" met de juiste intonatie of wat je ook maar wilt en ga je vervolgens belonen met het eten. De rest is hetzelfde dus ook de wandeltechnieken worden actief toegepast.
FASE 5:
- In de vijfde fase gaan we over naar periodieke bekrachtiging met doorwandelen. In deze fase ga je dus ook je aantal stappen opbouwen en als je hond kijkt naar je, dan zal je verbaal belonen en vervolgens eten geven en dat terwijl je doorwandelt (je kan ook de beloning "gooien" met de "vang" instructie). In deze fase gebruiken we ook periodieke bekrachtiging met variabele beloning dus dit wil zeggen dat als je hond naar je kijkt tijdens het wandelen dat je dan de ene keer gaat belonen met 2 korrels of 4 korrels of verbale beloning zonder eten of high-reward beloning of NIETS of een aai over zijn/haar kop, samen met wat aandacht.
Deze Stap-Stop and GO methode zal ervoor zorgen dat je wat bijkomende aandacht krijgt. Bij sommige honden zeer sterk en bij andere wat minder maar zeer zeker een methode die bij veel honden een zeer interessante toevoeging is op de gewone technieken.
Bijkomend, vanaf de hond met zijn schouder voorbij je knie komt moet je één van de technieken toepassen (links draaien, rechts draaien of achteruit gaan).
De stappenmethode zal dus additioneel aan de technieken nog iets anders toevoegen nl. motivatie en aandacht creëren met de bedoeling om beloond te worden in plaats van bijgestuurd te worden.
Beiden (technieken alsook motivatie creëren) zijn belangrijk en complementair.
Motivatie verkrijgen is de afwerking, daarom beginnen we met de technieken en daarop volgend de stappenmethode.
Recall training
Vraagstelling
Antwoord
• Welke elektronische instrumenten zijn er?
■ E-collar
Een E-collar (Electronic collar of ondersteunende trainingshalsband) is een halsband dat een vibratie, elektrische stimulatie of geluid stuurt naar de hond met behulp van een afstandsbediening, door een gebruiker/trainer bedient.
■ V-collar
Een V-collar (Vibration collar) is een halsband dat een vibratie stuurt naar de hond met behulp van een afstandsbediening, door een gebruiker/trainer bedient.
■ Waarom hebben we een ondersteunende trainingshalsband nodig?
++++• Vrijheid: Laat je hond genieten van het “hond zijn door hem een gecontroleerde vrijheid te bieden”! Met een kwalitatieve e-collar kan je je instructies op afstand bekrachtigen waardoor je meer controle hebt tijdens het loslopen.
++++• Timing: Communicatief gezien is het zeer belangrijk om de bekrachtiging van je instructie op het juiste moment te geven.
++++• Afstand: De e-collar kan beschouwd worden als een onzichtbare leiband waarmee we ook op grotere afstand ongehinderd de controle kunnen behouden.
++++• Consequentheid: Door consequent te handelen verbeter je de communicatie met je hond dewelke resulteert in minder stress en een betere relatie.
++++• Beter resultaat: Het correct werken met de e-collar zorgt ervoor dat je sneller een standvastiger resultaat bekomt.
■ Hoe kan je een ondersteunende trainingshalsband introduceren?
- Show stopper (aversie)
- Avoidance training (Negatieve bekrachtiging)
- Contact methode (bijv. zit met stim als bekrachtiger, beloning toevoegen)
- Koppelen met leibandtechnieken (die eventueel al gekend zijn - begeleiding).
- Shaping (lage stim - goed contact nodig)
- E-collar als een instructie (dove hond) bij het loslopen, eventueel met toon/vibratie erbij.
■ Bijkomende informatie
- Verschillende merken & verschillende prijzen, wat zijn de verschillen?
- Kan je gedrag wijzigen met de e-collar?
- Kan je de stimulatie gebruiken als correctie? aversie? activator?
■ Zeer belangrijk om te weten is het verschil in timing dat je hebt bij:
• De bekrachtiging van een instructie nl. op de laatste letter van het woord, wanneer de hond de gevraagde instructie kent (contact methode – point of no return).
• Een correctie in de gehoorzaamheid nl. juist na het geven van een gekende instructie (1 a 2 seconden) wanneer de hond de gevraagde instructie niet uitvoert. De stimulatie van de correctie hoeft niet hoger te zijn dan in de contact methode maar KAN wel hoger zijn.
• Aversie nl. een hogere stimulatie die wordt gegeven op het moment dat de hond sterk ongewenst gedrag uitvoert. Aversie kan een bepaald gedrag stoppen maar ander gedrag teweeg brengen!
Speltraining en driften (schakelen, verhogen of verlagen)
Vraagstelling
Antwoord
• Waarom en hoe spel gebruiken?
■ Waarom en hoe spel gebruiken?
Speltraining moet leuk zijn, het mag en kan er ruig aan toe gaan en het creëert vertrouwen en een sterke band. Speltraining moet fair zijn met wisselwerking waar de ene niet altijd wint van de andere.
Via spel kunnen we:
- De relatie met onze hond versterken
- Je kan spel gebruiken om je gehoorzaamheidstraining te oefenen en te versterken.
- Via spel kan je de impulscontrole versterken
- Via spel kan je de driften leren sturen en controlere,
■ Hoe kunnen we driften manipuleren (schakelen, verhogen of verlagen)?
Eerst en vooral moet je in gedachten houden dat elke hond bepaalde driften heeft die hoog of laag kunnen zijn en enkel deels gemanipuleerd kunnen worden (hoger/lager). Dit betekent dat je een hond met lage driften niet kan omtoveren in een hond met hoge driften en dat een hond met een intrinsieke hoge drift niet omgetoverd kan worden in een platte pannenkoek.
Zaken om de drift te verhogen zijn:
- Start je training met spel, speel tussendoor ook (spel verhoogd de drift dikwijls sterker in vergelijking als met eten).
- Tijdens spel met de bal de bal niet teveel wegnemen, de hond moet steeds hoop hebben dat hij de bal KAN pakken. Daarom mag je pas op het allerlaatste moment wegtrekken. Er moet een grote kans zijn dat hij de bal kan nemen (je kan wel het materiaal aanpassen naar iets dat moeilijker te pakken is voor de hond)!
- Te pas en te onpas een balletje smijten gedurende de dag door.
- Spel zonder grenzen (enkel aandacht geven aan de hond met het speeltje)!
- Houd de spelsessies kort en stop op het hoogtepunt, de hond moet eigenlijk een beetje teleurgesteld zijn dat het stopt.
- Tug of war kan een motor zijn om je hond te activeren maar bij andere honden zal voedsel dan weer een sterkere motor zijn.
- Gebruik iets om over de grond te bewegen en zo de prooidrift aan te wakkeren.
- Gebruik je intonatie, volume en lichaamstaal op een activerende manier.
- High reward food gebruiken.
- Niet met een volle maag trainen.
Zaken om de drift neutraal te houden of te verlagen zijn:
- Controleer je lichaamstaal
- Controleer je intonatie
- Controleer je volume
- Zorg voor een “predictable” reward
- Beweeg kalm en gecontroleerd
Neus van de hond / zintuigelijke eigenschappen / wat is geur / geurbronnen
Vraagstelling
Antwoord
• De neus van de hond...
■ De neus van de hond
- De neus van de hond is minstens 5900% beter ontworpen om te ruiken dan de onze.
- Mensen hebben ongeveer 5 miljoen geurdetecterende cellen in de neus. Als je dat gebied zou uitvouwen en plat zou maken, zou dat ongeveer zo groot als een postzegel zijn.
- De neus van de hond is zoals een vingerafdruk van een mens een unieke print! Een goeie hondenneus is vochtig, gespierd en draaibaar.
- Wanneer de neus nat is kan een hond ook beter geuren opnemen.
- Honden hebben ongeveer 300 miljoen geurdetecterende cellen. Als je ze zou afvlakken, zou het gebied dat zijn ongeveer het formaat van een A4-papiertje.
- Mensen hebben gemiddeld 300-350 verschillende soorten receptoren, waardoor we onderscheid kunnen maken tussen ongeveer 1000 verschillende geuren.
- Honden hebben minimaal 1200 verschillende soorten receptoren. Hun spectrum van verschillende geuren zou voor ons, mensen, een totaal nieuw universum openen.
- Honden kunnen een verschil maken tussen een nieuwe, recente en oude geuren.
- Ze kunnen ook verschillende geuren herkennen in verschillende condities.
- Wanneer mensen ademen, volgen de inkomende en uitgaande lucht exact hetzelfde kanaal. Dit betekent dat we tijdens het uitademen daadwerkelijk nieuwe geuren wegduwen.
Bij de hond is dit anders, de neussleuven zijn kommavormig en wanneer honden inademen, gaat de voorkant van de neus open. Bij uitademing sluit dat gedeelte en wordt de lucht uit de staart van de komma geperst en vervolgens zijwaarts omgeleid om de volgende inademing niet te besmetten. Op die manier zal de verse lucht die in de neus komt dus niet verdund worden met de uitgaande lucht. De hond zal dus niet ruiken wat hij net heeft uitgeademd. Dit betekent ook dat de hond min min of meer lopend kan ruiken en de richting bepalen vanwaar de geur komt.
- De normale ademhalingssnelheid van een mens in rust ligt tussen 12-16 ademhalingen per minuut, met een opname van ongeveer 7,5 liter lucht per minuut en ademt met een rustsnelheid van 8 km/u. Een hond kan zijn ademhalingsfrequentie tijdens intensief snuffelwerk verhogen tot 300 ademhalingen per minuut. De snelheid van de lucht in zijn neus neemt toe van 6 tot 40 km/u en de hoeveelheid lucht (met geur) die wordt verwerkt neemt toe van ongeveer 6 tot 60 liter lucht per minuut.
- De normale ademhalingsfrequentie van een mens in rust varieert tussen de 12 en 16 ademhalingen per minuut.
- Bovendien hebben honden een extra reukorgaan dat mensen niet hebben. Het orgaan van Jacobson bevindt zich onderin de neusholte van de hond en verwerkt feromonen.
- De hersenen van de hond zijn ontworpen voor- en speciaal aangepast aan zijn grote neus. Het deel van de hersenen dat geurinformatie verwerkt, is 40 keer groter dan dat van een mens!
- Al deze op geur gespecialiseerde organen maken de reukzin van de hond naar schatting duizend tot tienduizend keer beter dan dat van ons.
- Kun jij een theelepel suiker in een kopje water ruiken? De neus van een hond is zo gevoelig dat hij een theelepel suiker in een hoeveelheid water ter grootte van twee olympische zwembaden kan ruiken.
Met andere woorden... Als ons zicht net zo krachtig zou zijn als het reukvermogen van een hond, dan zouden we de kleine letters op een op een kaart zien van ongeveer 6,5 kilometer afstand.
■ Andere zintuigelijke eigenschappen
Zicht: Honden kunnen het beste zien tijdens het ochtendgloren en de schemering. Hun zicht is bij weinig licht veel beter dan dat van mensen maar hun algemeen zicht is niet beter. Honden kunnen vanop afstand niet even goed zien als een mens met goede ogen. Mensen kunnen ook in close-up beter zien dan honden. In het algemeen kunnen mensen iets duidelijk zien vanop een afstand vanaf 7 cm waar dat voor een hond op die afstand wazig zal zijn. Honden kunnen in het algemeen geen goede beeldvorming geven aan objecten die minder dan 33 cm van hen verwijderd zijn. Honden kunnen objecten beter herkennen wanneer ze in beweging zijn en kunnen objecten soms overkijken wanneer ze stil staan.
Gehoor: Honden kunnen beter horen dan mensen. Ze kunnen stille geluiden beter herkennen alsook horen ze hoge frequenties ook beter dan mensen. Een hond met een goed ontwikkeld gehoor kan ongeveer 4 keer verder in afstand horen dan een mens met een normaal gehoor.
■ Wat is geur?
Geur wordt veroorzaakt door geurdeeltjes die zo klein zijn dat ze zelfs met een microscoop niet te zien zijn. Geuren worden opgepikt door de neus en die filtert, bevochtigt en ruikt de lucht die wordt ingeademd.
Wat mensen betreft heeft ieder persoon heeft een unieke geur. Deze geur valt continue van ons lichaam af in de vorm van huidschilfers, zweet, hormonen en bacteriën. En wanneer we ons verplaatsen, komt onze geur overal terecht en beweegt met de lucht mee en komt op allerlei oppervlakten te zitten. De hond ruikt zelfs de verandering van onze hormoonspiegel en chemie, wanneer we ons even niet zo lekker voelen of ziek zijn.
Honden worden getraind en gebruikt voor verschillende disciplines of vormen van geurdetectie. Voor grondspeuren, mantrailing & air-scenting richten we ons op de specifieke geur van de mens. Hormonen zoals adrenaline maar ook geurmoleculen afkomstig van onze voeding, medicijnen etc.. verlaten ons lichaam via ons zweet.
We laten ook een intensere geur vrij wanneer we stress hebben dan wanneer we ontspannen zijn.
Bovendien vernieuwen we onze huid elke seconde van ons leven en verliezen we zo constant miniscule huidcellen. Deze huidcellen zijn zo klein dat wij en onze honden ze niet kunnen zien, maar honden kunnen ze zeker ruiken. Deze geurdeeltjes
maken het voor honden mogelijk om ons spoor te volgen en zelfs onderscheid te maken tussen individuele mensen.
Speurhonden (tracking dogs) oriënteren zich meer op de geur van de geplette vegetatie die we achterlaten als we lopen dan op onze individuele geur, waar mantrailing en Air-scenting honden zich alleen oriënteren op de menselijke geur "cocktail".
■ Geurbronnen
De sterk ontwikkelde reukzin is één van de grootste troeven van een hond. Honden kunnen minuscule deeltjes van verstoring op de grond alsook uit de lucht detecteren. Een hond zal geuren opnemen vanop de grond of uit de lucht en vormt zo “geur-foto’s”. Deze geur-foto’s worden samengesteld door verschillende geurbronnen:
- Individuele geur: Dit is de belangrijkste geur als het neerkomt op grondspeuren. Zo zullen dampen en kleine deeltjes van lichaamsafscheidingen via de kledij en de schoenen op de grond komen. Lichaamszweet komt van verschillende lichaamsdelen op de vegetatie en individuele geur blijft ook in de lucht hangen.
- Versterkte geur: Een object dat de geur versterkt en dat van het “slachtoffer” afkomstig is kan worden gepresenteerd aan de hond. Dit kan bijvoorbeeld een kledingstuk zijn.
- Ecologische geur: Voor de hond zelf komt de belangrijkste geur meestal van de natuur. De sterkste geur komt meestal van verstoringen in de vegetatie alsook bodembeschadigingen. Platgetrapte insecten, afgebroken takken, platgetrapt gras en vertrapte aarde zijn voorbeelden hiervan.
■ Hoelang blijven geuren bruikbaar?
Alles hangt uiteraard af van de weersomstandigheden maar het volgende overzicht van Syrotuck (1972) geeft een zeer voorzichtige benadering bij ideale omstandigheden.
Vrijdag
Verspreiding van de geur
Vraagstelling
Antwoord
• Hoe verpreidt je geur zich?
Eens de hond de geur heeft geroken of het is aangeboden, dan zal er zich een geurbeeld vormen bij de hond. Dit geurbeeld van het te zoeken slachtoffer kan je vergelijkingen met de vorming van een soort van wolk:
Wanneer het slachtoffer rechtdoor loopt zonder dat er veel wind is (of als de wind van voor komt), dan zal de hond het spoor gemakkelijk kunnen volgen. Hoe verder je van het slachtoffer bent verwijderd, hoe flauwer het geurspoor:
Een hond kan bepalen hoe sterk een geurspoor is en zal de sterkere geur volgen. De verspreiding van de geur kan je zien als een soort van kegel en die kegel wordt breder en minder intens als de geur naar buiten reist. De geur reist naar buiten door de afstand tussen het slachtoffer en de handler. De geur wordt steeds ouder en daardoor verandert de geur ook. De hond pikt dit op en kan daardoor de richting van het geurspoor bepalen.
Wanneer de wind van achter je komt is het veel moeilijker en verwachten we dat de hond meer een grondspoor gaat volgen (ook afhankelijk van de ondergrond uiteraard). Wanneer er een zijdelingse wind is, dan is het ook normaal dat de hond naast het spoor gaat lopen.
■ Hoe begeleiden aan de leiband?
De hond begeleiden aan de leiband betekent dat je ervoor moet zorgen dat de leiband niet vastgeraakt in de hond. Je moet dus niet te snel gaan en als de hond stopt moet je hem wat tijd laten om het spoor te laten zoeken, eventueel te laten “snuiven” (kop in de lucht) en de vrijheid laten om eventueel een “360” laten maken.
Let er te allen tijde op dat je je leiband goed vasthoudt dus niet op de grond laten slingeren tussen de poten van de hond want daarmee verlies je tijd. Geef mee met de leiband, neem ook leiband terug en loop niet te kort achter je hond aan.
Speurvoorwaarden
Vraagstelling
Antwoord
• Hoe verschillen de condities waarin we kunnen trainen?
■ Ideale condities zijn zeldzaam en tijdens het trainen in verschillende weersomstandigheden zullen hond en begeleider (het zoekteam) ervaring opdoen in die verschillende weersomstandigheden.
Gunstige condities voor praktijkspeuren:
- Verse geur: Dit is waarschijnlijk de belangrijkste factor want hoe verser de geur, hoe groter de kans op succes.
- Geverifieerd startpunt: Als de begeleider een duidelijke geur kan introduceren voor de hond om te zoeken, dan helpt dat zeker om het juiste track te volgen.
- (Vuil) persoon: Wetenschappers hebben berekend dat mensen per vierkante centimeter ongeveer 1000 huidcellen per uur verliezen. Dat komt per mens overeen met 30 tot 90 milligram huidschilfers per uur. Huidschilfers zijn zeer persoonlijke stukjes data en honden kunnen hun kruimelspoor volgen, in staat om verdunningen van één of twee delen per biljoen te detecteren. Dat is als het voelen van een druppel in een olympisch zwembad. Maar iemand die vuil is (niet gewassen, stinkende kledij, zweten) laat uiteraard nog een veel sterkere geur achter.
- Snel bewegend persoon: Iemand die snel beweegt veroorzaakt veel meer bodembeschadiging en veel meer individuele geur.
- ’s Nachts en ‘s ochtends: De lucht is dikker en de geur blijft langer hangen.
- Koel en bewolkte weersomstandigheden: Dit beperkt de verdamping van de geur.
- Geen wind: Dit zorgt ervoor dat de geur dicht bij de grond blijft en het zal er zorgt er ook voor dat de geur niet wijdverspreid geraakt zodat de hond het juiste spoor beter kan volgen.
- Dikke, rijke vegetatie: Dit beperkt de verspreiding van geur en houdt de geur vast.
Ongunstige condities voor praktijkspeuren:
- Hitte: Dit veroorzaakt een snelle verdamping van de geur.
- Niet geverifieerd startpunt: De hond kan hierdoor de verkeerde route volgen of de verkeerde geur.
- Lage vochtigheid: De geur blijft niet lang hangen.
- Droge grond: Droge, harde grond kan geur niet goed vasthouden.
- Wind: De wind verdrijft de geur en zorgt ervoor dat de hond met de wind mee gaat zoeken.
- Hevige regen: Hevige regen zal de geur wegspoelen.
- Afleidende geuren: Dit zal de focus van de hond van het spoor weghouden. Dit zijn geuren zoals eten, uitwerpselen, stadsomgevingen etc…
- Bedekte geur: Sommige elementen in de natuur zorgen ervoor dat de geur-foto gedeeltelijk of helemaal bedekt wordt. Dit zijn bijvoorbeeld zand dat over het spoor is gewaaid en zo het spoor bedekt of bijvoorbeeld sneeuw, ijs en/of hagel kunnen er ook voor zorgen dat het zeer moeilijk of onmogelijk wordt om het spoor te volgen.
- Water: Water is één van de meest ongunstige parameters voor het zoek-team. Echter is het wel mogelijk dat ondiep water ervoor kan zorgen dat het zoek-team wisselend succes kan hebben doordat er ook rotsen en takken uitsteken die de geur kunnen opnemen.
Opmerkingen:
- Op plaatsen met veel en hoge vegetatie zal een ‘piek’ aan geurcomponenten aanwezig zijn. Deze sterke geurbron kan thevens vanaf een relatief grote afstand worden geroken en hier is de kans groot dat de hond voornamelijk de vegetatiebeschadiging zal ruiken en volgen.
- Op plaatsen met weinig vegetatie en een harde ondergrond zal er voornamelijk aandacht zijn voor de menselijke geur. Dit is een minder krachtig geurbeeld in vergelijking als met bodembeschadiging. Het gevolg is dat de hond dichter op het spoor zal moeten blijven en minder snel zal kunnen werken.
Dus afhankelijk waarop je wilt trainen, moet je de context creëren. Voorkeur voor mensengeur, dan kort gras en harde ondergrond. Voorkeur voor bodembeschadiging, dan op een plaats met veel en hoge vegetatie en een zachte ondergrond.
Tracking / Mantrailing / Airscenting
Vraagstelling
Antwoord
• Verschillende disciplines
■ Er zijn verschillen tussen deze disciplines en deze hebben vooral te maken met de geur waar we op focussen, de variaties in de trainingsstructuur en ten slotte in de applicatie.
Afgezien van de verschillende trainingsstructuren en -methoden, heeft elke hond een eigen persoonlijkheid en karakter stijl in de manier waarop hij zijn werk doet. Als je het bovenstaande in overweging neemt, dan moet het duidelijk zijn dat je hond minder of meer geschikt is voor één van de drie disciplines.
Speurhond (tracking dog):
Een speurhond is getraind om met een lage neus het spoor te volgen en oriënteert zich er voornamelijk op grondverstoringen achtergelaten door een bewegende mens. Een speurhond blijft heel dichtbij of precies op het spoor. Veranderingen in de windrichting hebben niet veel invloed op dit type hond.
Een speurhond wordt vooral ingezet in gebieden zonder enige besmetting van andere mensen. De speurhonden volgen, als ze niet anders zijn getraind, het nieuwste menselijke spoor dat beschikbaar is.
Een pure speurhond wordt niet gebruikt bij geurspecifiek werk in stedelijke gebieden, maar ze zijn wel de eerste keuze bij misdaadgerelateerde vervolgacties in bijvoorbeeld reservaten, waarbij de voetafdruk van de verdachte van cruciaal belang is als bewijsmateriaal in de zaak.
Speurhonden worden vaak ingezet bij de bestrijding van stroperij of door de politie bij de achtervolging van een verdachte binnen een relatief korte tijd nadat het misdrijf is gepleegd. De speurhond wordt ingezet in onbewoonde gebieden, op boerderijen of reservaten waar geen andere menselijke besmetting bestaat.
Trailing dog / Mantrailing dog:
Een mantrailing hond wordt getraind om het spoor te volgen met voornamelijk een halfhoge neus (schouderhoogte) en oriënteert zich vooral op de geur van huiddeeltjes. Een mantrailing hond volgt niet noodzakelijkerwijs het spoor nauwkeurig of precies, omdat de lichte huiddeeltjes gemakkelijk met de wind meedrijven.
Hij volgt het spoor maar snijdt korte stukjes rond hoeken en bochten af, afhankelijk van de windrichting. In stedelijke gebieden met harde oppervlakken werkt een speurhond met halfhoge of hoge neus, zich oriënterend op de restgeurde deeltjes die terecht kunnen zijn gekomen op muren, hekken struiken enz.
Opmerking: Mantrailing is specifiek op personen. Terwijl praktijkspeuren het volgen van van een geurspoor van mens of dier kan zijn.
Air-scenting dog:
Een air-scent hond is getraind om de geur te volgen met hoge neus (boven de schouder) en oriënteert zich, net zoals de mantrailing hond, op de geur van huiddeeltjes maar dan wel enkel in de lucht.
Het eigenlijke spoor is niet van belang, enkel de windrichting bepaalt hoe de hond het spoor zal volgen in deze discipline.
Om een persoon te vinden zonder aanwezigheid van een spoor op de grond kan een air-scenting hond worden ingezet.
Mantrailing in de praktijk
Vraagstelling
Antwoord
• Hoe gaat het in de praktijk?
Bij het speuren is het de taak van de hond is om aanwijzingen te vinden in de omgeving via hun reukorgaan. Speuren is dus een techniek die bij honden moet worden aangeleerd.
Het moet ze worden aangeleerd dat ze een bepaalde geur moeten zoeken en vinden. De hond leert om dit te doen via een combinatie van het volgen van een spoor op de grond, in de lucht, bodembeschadiging en verwaaiing.
Door een combinatie te gebruiken zal een hond sneller de persoon vinden. In de praktijk kan het dus enigszins anders zijn dan in de theorie. Wij moeten immers de hond niet zeggen hoe hij zijn neus te allen tijde moet gebruiken.
Het is dus de taak van de hond om de persoon te vinden maar de begeleider moet een team vormen met de hond en de hond kunnen “lezen” en herkennen wanneer de hond het spoor bijster is of wanneer hij op het spoor zit. Het is dus belangrijk om te begrijpen dat je een team vormt met je hond. Je hond heeft de neus, jij hebt de ogen!
Waar we wel op letten bij het aanleren is om een goede focus op het grondspeuren te leggen. Dit is omdat het zeer moeilijk is om een hond te herconditioneren van air-scenting naar grondspeuren.
Daarom zullen we bij het trainen de context creëren zodat de hond enerzijds wel moet grondspeuren, en anderzijds is het leibandwerk in het begin ook van belang zodat de hond ook leert om zijn neus naar de grond te brengen (bv. niet vooruit gaan wanneer neus in de lucht is).
VÓÓR je begint
Vraagstelling
Antwoord
• Waar moet je op letten?
■ Vóór je begint:
- Is de hond voorbereid? Wanneer je wilt speuren moet je hond aan enkele basiszaken voldoen nl. is hij voldoende getraind? Is hij onder controle als hij losloopt? Reageert hij snel op de “kom” instructie? Daarom moet je zorgen dat je een goede basisgehoorzaamheid hebt en dat je altijd controle hebt over je hond.
- Is de hond gewoon aan andere omgevingen? Andere omgevingen betekent dat er andere milde tot sterke omgevingsprikkels zijn. Je hond moet gewoon zijn aan tal van verschillende omgevingen zodat hij niet sterk reageert op zaken in de omgeving zoals kinderen, andere dieren, fietsers, auto’s etc…
Een goede habituatie (andere omgevingen gewoon zijn) en socialisatie is cruciaal! - Welke trainingsinstrumenten ga je gebruiken? Heb je het juiste materiaal om te speuren? Lange leiband? Harnas? Gewone halsband? Etc…
- Heb je een goed overzicht van de omgeving? Schat de risico’s in van de omgeving waar je gaat speuren. Zijn er scherpe voorwerpen op de grond? Andere zaken die van belang zijn voor de veiligheid van je hond?
- Heb je de weersomstandigheden nagezien? Verschillende parameters zoals koude, hitte, regen, hagel, sneeuw etc… kunnen een directe invloed hebben op de resultaten tijdens het speuren alsook op de gezondheid van je hond (hitte is in het algemeen slechter dan koude voor je hond).
Het is belangrijk dat je het effect van de weersomstandigheden op het resultaat van het speuren kent en begrijpt. De begeleider moet daarom ook kunnen vaststellen hoe de luchtstromen circuleren.
Belangrijk hierbij is om te weten dat:
++++→ Warme lucht stijgt
++++→ Koude lucht zakt
++++→ Koude en vocht maken lucht zwaarder
Als begeleider moet je daarom beginnen met vast te stellen vanwaar de wind komt. Is het een sterke wind en is de wind gelijklopend of niet (je kan het testen met wat grassprieten)?
■ Is de hond wel geschikt om te speuren? Welke kenmerken heeft een goede speurhond?
- Type werkhond met intrinsieke motivatie om te speuren/werken
- Gezond
- Alert
- Trainbaar
- Jachtdrift
- Buitdrift (dit betekent dat de hond héél graag iets wilt hebben zoals een speeltje)
- Hoge weerstand
- Niet snel verveeld
- Goede focus
- Sterk gericht op beloning
Hoe starten?
Vraagstelling
Antwoord
• Vind de motivatie van je hond en gebruik die!
Er zijn verschillende manieren om het speuren op te starten. Dit kan via spel, voedsel of aandacht.
■ Via spel:
Een goede manier die we kunnen gebruiken om te starten is wat we “apport spoor” noemen. Bij het apport spoor gebruiken we een apportblok, kong of speeltje en teasen we de hond om het te pakken. Vervolgens loop je weg (binnen het zicht van de hond om te starten) en laat je de hond zijn speeltje zoeken. Let hierbij op de windrichting:
- Wind in je rug = moeilijker voor de hond
- Wind die van voor komt = gemakkelijker voor de hond)!
■ Praktische uitvoering:
- Laat de hond vóór je begint eerst plassen en behoefte doen zodat dit niet moet tijdens het zoeken.
- Aan het begin bij een nieuwe hond meteen met harnas werken en harnas uit wanneer het slachtoffer is gevonden of het speuren gedaan is.
- Begin door de startplaats te markeren (geverifieerd startpunt creëren) door de voeten te vegen en de hond te tonen dat je het speeltje hebt.
- Wrijf het speeltje intensief in je handen zodat de geur van je handen ook aan het speeltje zitten.
- Laat de hond aan je handen ruiken, met het speeltje in je handen.
- Tease de hond met het speeltje
- Vervolgens ga je een 20-tal meter verder en tijdens die 20 meter veeg je je voeten over de grond. Kijk ook om de 5 – 7 meter naar de hond en roep hem om zijn aandacht vast te houden.
- Na die 20 meter markeer je de eindplaats, zwaai je met het speeltje naar de hond en loop je terug over hetzelfde spoor en veeg je je voeten terug in het spoor.
- Als spoorlegger toon je je lege handen aan de hond.
- De geleider gaat met de hand naar het geverifieerd startpunt en zegt “zoek”, met een begeleidende beweging over de grond naar voor.
- Als geleider rem je de hond af met de lange lijn. De hond zoekt en pakt het speeltje en rent met de geleider terug. Je kan ervoor kiezen om enkel maar door te lopen als de neus van de hond naar beneden gaat om zo wat focus te leggen op grondspeuren.
- Vervolgens doe je hetzelfde óver hetzelfde spoor maar voeg 20m toe. Keer terug over hetzelfde spoor. Nu heeft de hond een bekende eerste helft en een onbekende 2e helft. En dit doe je enkele keren opnieuw tot je een 60 tot 100 meter hebt gedaan. Dit is een goede manier om te beginnen en gemakkelijk voor beginnende honden. Ook kan je bij het 2e of 3e gedeelte van het apport spoor eens (schuin) naar links of naar rechts gaan.
■ Zodra de hond het een beetje begrijpt kan je een "single direction"-spoor leggen (terugkomen met een omweg of de spoorlegger blijft op het einde wachten) en kan je enkele aanpassingen in de manier van werken toevoegen:
- Beginnend kort met veel over de grond te vegen en dan vervolgens verder gaan met minder te vegen over de grond.
- Om de 3 tot 5 tot 10 tot…. X-aantal stappen de voeten vegen aan de grond en voor de rest gewoon stappen.
- Om de 10 meter een beetje voer/speelgoed op de grond leggen om de neus naar de grond te brengen maar als het lukt zonder voer, dan zeker zonder voer werken!
- In het begin tegen de wind in wandelen/werken om ervoor te zorgen dat de hond op het spoor blijft en de geur vindt van het volgende markeerpunt alvorens je dat markeerpunt eigenlijk al bereikt.
- Nu kunnen we bochten toevoegen alsook minder voeten vegen, meer tijd alvorens je het slachtoffer gaat zoeken en een langere afstand met minder beloningen op het spoor en overschakelen van voedsel naar geurartikelen.
- De geleider laat de hond aangelijnd zoeken met het instructie 'zoek'. Bij contact met het slachtoffer wordt er uitgebreid beloond door middel van te spelen met het speelgoedje (of bijtkussen).
■ Via voedsel:
Honden die geen interesse hebben in een speeltje maar wel voedselgemotiveerd zijn kunnen we via voedsel het spoor laten volgen.
■ Om dit te starten:
- Bij het maken van het spoor starten met het vegen van je schoenen in het gras en zorgen voor een sterke afdruk in de aarde en daar leg je een korrel in (of enkele)
- Op het einde zorg je dat er wat meer korrels liggen of high reward.
- Op het einde spring je uit het spoor, keer je terug en “zoek”.
- Vervolg:
Niet meer bij elke stap maar wel aan het geverifieerd startpunt enkele korrels. - Dan om de paar passen wat harder heen en weer gaan met 1 voet en op die specifieke plaats één of enkele korrels leggen.
- Op het einde terug een jackpot en uit het spoor springen.
Vervolg:
- Aan het geverifieerd startpunt korrels leggen.
- Dan afhankelijk van hoe goed en gemotiveerd de hond al is zal je misschien enkel in het midden of in een draai nog iets leggen. Bij mindere motivatie kan je nog steeds na x-aantal stappen wat korrels leggen maar dit moet afgebouwd worden.
- Op het einde terug de jackpot en uit het spoor springen.
Vervolg:
- Geen korrels meer OP het spoor maar enkel aan het begin en het einde de jackpot.
■ Via aandacht:
Bij honden die weinig motivatie hebben voor spel en/of voedsel kan je aandacht gebruiken, maar dikwijls wordt deze manier ook gebruikt als standaard opstartmethode of in combinatie met spel en/of voedsel op het einde. Bij honden met weinig motivatie of honden die ZEER aanhankelijk zijn aan hun baas is dit een goede methode en soms de enige methode om op te starten.
- De handler houdt de hond bij.
- De runner creëert een geverifieerd startpunt met object met zijn/haar geur.
De handler KAN met de hond weggaan of blijven met het oog op de runner die weggaat (afhankelijk van de motivatie van de hond en zijn aanhankelijkheid aan de runner). - De runner creëert een geverifieerd startpunt en laat ook enkele objecten met zijn geur op het spoor (3 tot 5). Dit is thevens een kort spoor van 20 – 40 meter.
- Op het einde wanneer de hond de runner vindt is er een “feestje” met aandacht, spel en eten (of wat de hond het liefste heeft).
Vervolg:
- De handler houdt de hond bij, binnen het zicht van de hond.
- De runner gaat weg, op dat moment gaat ook de handler met de hond buiten het zicht zodat de hond de runner niet meer ziet weglopen.
De runner is nog steeds het baasje. - De runner creëert een geverifieerd startpunt en laat opnieuw enkele objecten op het spoor maar al iets minder.
- Op het einde terug een feestje.
Vervolg:
- De handler houdt de hond bij, buiten het zicht van de runner. De runner gaat weg, de runner is nog steeds het baasje.
- De runner creëert een geverifieerd startpunt laat opnieuw enkele objecten (1 of 2) op het spoor.
- Op het einde terug een feestje
Vervolg:
- De handler houdt de hond bij, buiten het zicht van de runner.
De runner gaat weg maar nu is de handler het baasje. - De runner creëert een geverifieerd startpunt laat opnieuw enkele objecten (1 of 2) op het spoor.
- Op het einde terug een feestje
■ Opvolgsessies (ongeacht welke methode er voor het starten is gebruikt):
- Het slachtoffer speelt minder tot niet meer met de hond maar we gebruiken het geverifieerd startpunt met een geur van het slachtoffer om de hond duidelijk te maken wie we zoeken (gedragen kous).
- Het slachtoffer mag op het spoor ook GEUR verspreiden door een versterking te leggen ergens in het midden of aan een bocht (2e gedragen kous of kleine stukjes stof die het slachtoffer bij het lichaam had).
- Je maakt bochten maar veeg de voeten zeer duidelijk aan de grond op de plaatsen waar je van richting verandert.
- Rekening houden met de wind! Als je de hond met neus op de grond wilt laten zoeken dan moet je met lage vegetatie werken met wind mee (achter je) want dan kunnen ze de persoon voor je niet ruiken. Op die manier moeten ze wel de neus gebruiken.
Zaterdag
Loktraining - NIET
Vraagstelling
Antwoord
• Het jachtspel?
■ Luring
Luring (lok-training) is een effectieve manier om je hond nieuwe posities aan te leren. Het is gemakkelijk, een actieve training, honden vinden het leuk en je kan vrij makkelijk en snel nieuw gedrag aanleren op deze manier. Dit type training houdt simpelweg in dat je een voedselbeloning gebruikt om de hond naar de gewenste positie of gedrag te leiden (directe beloning) en na verloop van tijd die voedselbeloning gaat faden eens de hond de volledige uitvoering kent. Dit is een gemakkelijke methode om snel iets aan te leren, indien de hond gemotiveerd is. Iets dat ALTIJD op dezelfde manier uitgevoerd moet worden (zit, voet, lig etc...)!
■ De aandachtspunten zijn:
- Dat je hond in het begin niet zelf nadenkt (maar dat later wel zal moeten doen wanneer het eten uitgefaseerd wordt).
- Dat je het lokken en sturen met het eten sowieso zal moeten uitfaseren (bij shaping niet noodzakelijk).
- Dat je hond associaties maakt die misschien niet gewenst zijn.
- Dat je hond misschien enkel zal werken voor het eten.
- Dat je gemakkelijker kan valsspelen dan bij free shaping.
■ Verloop van zero to hero met betrekking to loktraining:
Wanneer we iets nieuws aanleren aan de hond, dan gaat dit volgens verschillende fases:
Opgelet:
“Lokken met voedsel” is een bepaald gedrag sturen (vb. “ZIT” voedsel gaat omhoog tot de hond gaat zitten). Dit wordt gebruikt om iets nieuw aan te leren.
Lokken met voedsel wordt gebruikt in Fase 1 en Fase 2 (op het einde van fase 2 al minder dan aan het begin van fase 2).
“Beloning met voedsel” is anders dan “lokken met voedsel” in die zin dat voedsel bij “beloning met voedsel” enkel gegeven wordt wanneer het gevraagde gedrag al uitgevoerd is.
“Omkopen met voedsel” is iets wat je ook zeer regelmatig ziet. Honden die wel weten wat er van hen wordt verwacht maar het enkel nog maar gaan uitvoeren wanneer het baasje met eten zwaait.
If you don’t use it, you lose it! Af en toe moet je de aanleerfase en automatische fase opnieuw oefenen, enkel maar om de “muscle memory” van de hond te trainen.