
Gobobby
TopCoach MASTERS
Workshop

Modules
• GoBobby framework
• NePoPo® principes
• GoBobby Training Protocol
• Maslow driehoek
• PoPo uitleg
• NePo uitleg
• NePoPo® uitleg **
• Praktijkspeuren
• De hond en zijn zintuigen
• Speurvoorwaarden
• Vóór je begint
• Verspreiding van de geur
• Hoe starten?
• Detectie
• Speltraining
• Posities
**NePoPo® is een trainingsmethode van Bart en Michael Bellon
GoBobby Framework
Vraagstelling
Antwoord
• Gobobby Framework
Het GoBobby framework is een flexibele en actieve trainingsmethode waar het de bedoeling is om een hond te creëren die zijn oefeningen vlot uitvoert. Om dat te verkrijgen zullen we flexibel inspelen op de verwachtingen van de hond om beloond te worden.
Via deze methode creëren we een manier van werken (framework) dat je de kennis aanreikt om je hond te trainen. Dit framework is principieel gesteund op 3 communicerende vaten nl.:
Vat 1: Methodiek
De verschillende methodes en inzichten die de basis vormen om je hond te trainen. Deze methodes zijn o.a. het inzicht in de noden van je hond, speltraining (goed om de relatie te verbeteren), loktraining (ideaal om de posities aan te leren) en free shaping (om de hond creatief te maken).
Vat 2: Technieken
De technieken gaan dieper in op de methodes met name hoe je kan inspelen op de noden, hoe je aan free shaping doet, hoe je loktraining gebruikt, hoe je de e-collar gebruikt, hoe je het wandelen aan de leiband toepast etc...
Vat 3: Instrumenten
Een grondige kennis van de verschillende instrumenten helpt je om meer succes te hebben in je training. Bepaalde instrumenten kunnen bij bepaalde honden gebruikt worden in een bepaalde context en bij andere honden of in een andere context dan weer niet.
Gebaseerd op NePoPo principes
Vraagstelling
Antwoord
• NePoPo principes
In NePoPo® wordt gebruik gemaakt van of gestart met Free Shaping (met clicker) om de hond actiever te maken en dit door dopamineverhogend te trainen. Onder NePoPo® hebben we ook PoPo en NePo.
Je kan NePoPo® zien als een framework dat ervoor zorgt dat je altijd terug kan vallen op een bepaalde kennis om je hond “te trainen”.
Bij GoBobby passen de NePoPo® principes grotendeels in onze manier van trainen, samen met nog andere zaken. We limiteren ons echter niet tot NePoPo® omdat dit enkel maar één methode is en elke manier van werken die je tot een methode limiteert is op zich al een beperking in je training.
We zullen dus steeds flexibel inspelen op wat verschillende trainingsmethodes te bieden hebben en implementeren wat nuttig is.
GoBobby protocol
Vraagstelling
Antwoord
• GoBobby protocol
- Weet hoe je de Maslow driehoek dient toe te passen bij je hond?
- Creëer een gezonde relatie, gebaseerd op respect, vriendschap, vertrouwen en gehoorzaamheid.
- Creëer motivatie in de hond! Gebruik eten, spel, aandacht, free shaping etc… op een goede manier.
- Werk grondig op de primaire gehoorzaamheid op basis van beloning via PoPo en NePoPo. NePo indien nodig.
Waar heeft een hond nood aan?
Vraagstelling
Antwoord
• Maslow driehoek
Behoeften driehoek - Maslow driehoek
De oorspronkelijke Maslow driehoek is opgesteld door Abraham Maslow en geeft de behoeftes weer bij mensen. De behoeften hiërarchie die hier is opgesteld, is de Maslow driehoek voor honden (opgesteld volgens onze eigen interpretatie van wat honden nodig hebben en vanuit ons standpunt).
Waar de Maslow driehoek bij mensen de menselijke behoeften categoriseert, worden hier dus de behoeften van de hond gecategoriseerd. Via het toepassen en manipuleren van de Maslow driehoek zijn we in staat om de juiste mindset te creëren.
• Level 1 - Lichamelijke behoeften
• Level 2 - Veiligheid en zekerheid
• Level 3 - Sociaal contact
• Level 4 - Erkenning & waardering
• Level 5 - Verrijking
Deze behoeftes zijn wat de hond nodig heeft in oplopende volgorde, niet wat men soms denkt dat hij nodig heeft.
Intrinsieke en Extrinsieke motivatie bij training.
Via de Maslow driehoek hebben we gezien dat de behoeften van een hond goed ingevuld moeten worden en dat verrijking bovenaan de driehoek staat.
Als onderdeel om een succesvolle verrijking (of training) te hebben moeten we echter een goede motivatie hebben.
Deze motivatie kan intrinsiek versterkt zijn (iets wat de hond van binnenuit drijft, jij hoeft daar niets voor te doen) of extrinsiek versterkt (een externe factor) en dat kunnen we deels bijsturen door de behoeften van de Maslow driehoek te manipuleren.
- Intrinsieke en Extrinsieke motivatie: Motivatie kan intrinsiek zijn (border collie met schapen/balletje of Mechelse herder met balletje) of extrinsiek (voedsel voor een hond die iets lekkers wenst).
Wanneer er een te lage motivatie is en men wenst dit te verhogen, dan moet men ervoor zorgen dat er geen overdaad is aan de verschillende behoeften uit de Maslow driehoek.
Motivatie kunnen we opschalen door de behoeften van de Maslow driehoek te manipuleren. Door het manipuleren van bepaalde behoeften kunnen we motivatie opschalen via negatieve motivatie of positieve motivatie bijv. je gaat sneller lopen omdat het gaat regenen of je gaat harder werken omdat je dan misschien een bonus zal krijgen.
Er moet natuurlijk een goede balans zijn tussen het opschalen van motivatie en de reële behoeften. Vervolgens is het de bedoeling om motivatie zo intrinsiek mogelijk te maken!
PoPo (vrijwilligerswerk op basis van free shaping)
Vraagstelling
Antwoord
• PoPo ?
Bij PoPo training/shaping (positieve training) gebruiken we in principe enkel positieve impulsen & we gebruiken -in het aanleerproces- bij voorkeur voedsel (en in mindere mate spel) om de hond te belonen.
Waarom voedsel en minder spel om aan te leren?
- Eten moet je niet terugkrijgen
- De hond is in een lagere drive en leert dan gemakkelijker
Eerst moet de motivatie opgebouwd worden, hiervoor gebruiken we de clicker.
De eeste stap is dat we de clicker “OPLADEN“, figuurlijk gesproken.
Dit kan met gewoon voedsel (als de hond honger heeft en voedsel gemotiveerd is) ofwel met high-reward food. Echter om een sterk geladen clicker te hebben moet je met high reward opladen!
VOORWAARDEN voor PoPo training:
- De hond moet honger hebben (in principe bestaat puur positief dus niet want er is een negatief gevoel in de maag nl. het hongergevoel). Het hongergevoel zorgt ervoor dat de hond HANGRY is (Hungry and Angry)!
- Steriele omgeving.
- De hond moet gemotiveerd zijn! De clicker moet STERK opgeladen zijn! IGNITION!
Consequenties voor doen en niet doen?
- Consequenties voor DOEN => beloning, training gaat verder
- Consequenties voor NIET DOEN => training stoppen, “restaurant” sluit de deuren!
NePo (verplichte arbeid)
Vraagstelling
Antwoord
• NePo
Bij NePo training is er geen specifieke positieve beloning. De beloning is in vele gevallen de druk die weggaat. Men spreekt over “avoidance training”
NePoPo® (betaalde arbeid)
Vraagstelling
Antwoord
• NePoPo®? De combinatie van PoPo en NePo!
De nieuwe NePoPo® (versie 2) gaat over hoop en creativiteit waar het gedrag zoveel mogelijk uit de hond zelf komt. In tegenstelling tot de oude NePoPo® (versie 1) waar de hond getoond wordt wat hij moet doen.
Nepopo® training:
Old Nepopo®:
(1) LURE
(2) MOTIVATE
(3) MUST DO
(4) FLASHY
New Nepopo® (PoPo, NePo, NePoPo):
(1) FIND & SHAPE
(2) MOTIVATE
(3) MUST DO
(4) FLASHY
Ook hier moeten er consequenties zijn voor doen en niet doen?
++++• DOEN
++++• NIET DOEN wanneer de hond het kent
++++• NIET DOEN wanneer de hond het niet kent
Praktijkspeuren
Vraagstelling
Antwoord
• Wat is praktijkspeuren?
■ Wat is praktijkspeuren?
Bij het praktijkspeuren is het de taak van de hond is om aanwijzingen te vinden in de omgeving via hun reukorgaan. Praktijkspeuren is dus een techniek die bij honden moet worden aangeleerd. Het moet ze worden aangeleerd dat ze een bepaalde geur (persoon) moeten zoeken en vinden. De hond leert om dit te doen via een combinatie van het volgen van een spoor op de grond, in de lucht, bodembeschadiging en verwaaiing. Door een combinatie te gebruiken zal een hond sneller de persoon vinden. Dit is dus anders dan bij speuren voor de sport waar de hond enkel over de grond mag speuren.
Het is dus de taak van de hond om de persoon te vinden maar de begeleider moet een team vormen met de hond en de hond kunnen “lezen” en herkennen wanneer de hond het spoor bijster is of wanneer hij op het spoor zit. Het is dus belangrijk om te begrijpen dat je een team vormt met je hond. Je hond heeft de neus, jij hebt de ogen!
De hond en zijn zintuigen
Vraagstelling
Antwoord
• Start to track!
■ Wat zijn de eigenschappen van een goede speurhond?
- Type werkhond met intrinsieke motivatie om te speuren/werken
- Gezond
- Alert
- Trainbaar
- Jachtdrift
- Buitdrift → Dat betekent dat de hond HÉÉL graag iets wilt hebben (speeltje)!
- Hoge weerstand
- Niet snel verveeld
- Goede focus
- Sterk gericht op beloning
■ Zintuigelijke eigenschappen
Zicht: Honden kunnen het beste zien tijdens het ochtendgloren en de schemering. Hun zicht is bij weinig licht veel beter dan dat van mensen maar hun algemeen zicht is niet beter. Honden kunnen vanop afstand niet even goed zien als een mens met goede ogen. Mensen kunnen ook in close-up beter zien dan honden. In het algemeen kunnen mensen iets duidelijk zien vanop een afstand vanaf 7 cm waar dat voor een hond op die afstand wazig zal zijn. Honden kunnen in het algemeen geen goede beeldvorming geven aan objecten die minder dan 33 cm van hen verwijderd zijn. Honden kunnen objecten beter herkennen wanneer ze in beweging zijn en kunnen objecten soms overkijken wanneer ze stil staan.
Gehoor: Honden kunnen beter horen dan mensen. Ze kunnen stille geluiden beter herkennen alsook horen ze hoge frequenties ook beter dan mensen. Een hond met een goed ontwikkeld gehoor kan ongeveer 4 keer verder in afstand horen dan een mens met een normaal gehoor.
Reukzin: De reukzin van honden is ongeveer 1000 tot 10.000 keer beter dan van een mens (dit hangt sterk af van het ras). De sterk ontwikkelde reukzin is één van de grootste troeven van een hond. Honden kunnen minuscule deeltjes van verstoring op de grond alsook uit de lucht detecteren. Een hond zal geuren opnemen vanop de grond of uit de lucht en vormt zo “geur-foto’s”. Deze geur-foto’s worden samengesteld door verschillende geurbronnen.
- Individuele geur: Dit is de belangrijkste geur als het neerkomt op grondspeuren. Zo zullen dampen en kleine deeltjes van lichaamsafscheidingen via de kledij en de schoenen op de grond komen. Lichaamszweet komt van verschillende lichaamsdelen op de vegetatie en individuele geur blijft ook in de lucht hangen.
- Versterkte geur: Een object dat de geur versterkt en dat van het “slachtoffer” afkomstig is kan worden gepresenteerd aan de hond. Dit kan bijvoorbeeld een kledingstuk zijn.
- Ecologische geur: Voor de hond zelf komt de belangrijkste geur van de grond. De sterkste geur komt van verstoringen in de vegetatie (bodembeschadigingen) zoals platgetrapte insecten, afgebroken takken, platgetrapt gras en vertrapte aarde. Een hond kan op verschillende soorten terreinen deeltjes en dampen ruiken die continue worden vrijgegeven door het slachtoffer, waar hij ook stapt.
■ De neus van de hond
Het verschil in de relatieve grootte van het hersendeel dat met geur te maken heeft tussen mens en hond bedraagt bij een mens namelijk 5 %, en tot wel 35 % voor een hond. De neus van een mens heeft ongeveer 5 miljoen reukreceptorcellen en honden hebben er tussen de 120 en 300 miljoen! De neus van de hond is zoals een vingerafdruk van een mens een unieke print! Een goeie hondenneus is vochtig, gespierd en draaibaar. Wanneer de neus nat is kan een hond ook beter geuren opnemen.
De neus is kommavormig (neussleuven) en wanneer honden inademen, gaat de voorkant van de neus open maar bij uitademing sluit dat gedeelte en wordt de lucht uit de staart van de komma geperst en zijwaarts wordt omgeleid om de volgende inademing niet te besmetten. Dit gaat zeer snel.
Op die manier zal de verse lucht die in de neus komt dus niet verdund worden met de uitgaande lucht. De hond zal dus niet ruiken wat hij net heeft uitgeademd.
Een hond heeft bij het ruiken ook een hogere ademhalingsfrequentie dan mensen, hierdoor kan een hond eigenlijk bijna continue geur opnemen (dit is wetenschappelijk bewezen Settles et al – 2002).
Honden zullen bij het zoeken ook sneller ademen omdat ze een bepaalde geur proberen te ruiken en daardoor zullen de neusgaten ook verwijden wat ervoor zorgt dat ze meer lucht zullen aanzuigen. Een hond die aan het speuren is achter bepaalde geuren kan op die manier eigenlijk een constante stroom lucht binnen krijgen gedurende 40 tot 60 seconden.
Door de neussleuven is het ook mogelijk dat de hond elk neusgat apart kan wiebelen, dit zorgt ervoor dat ze kunnen weten langs welk neusgat de geur is binnengekomen en daardoor kunnen ze weten vanuit welke richting de geur komt. Elke geur heeft een bron en wanneer een hond achter een geur zoekt, dan zal de neus heen en weer bewegen terwijl hij het spoor volgt.
Je kan het reukorgaan van een hond dus beschouwen als een neusverrekijker die nooit de focus verliest!
We kunnen honden dus perfect gebruiken om mensen of zaken op te sporen. Honden kunnen ook een verschil maken tussen een nieuwe, recente en oude geuren. Ze kunnen ook verschillende geuren herkennen in verschillende condities. En omdat geur onzichtbaar is kunnen ze dus zaken opsporen en vinden die voor mensen niet mogelijk zijn.
Speurvoorwaarden
Vraagstelling
Antwoord
• Hoe verschillen de condities waarin we kunnen trainen?
■ Ideale condities zijn zeldzaam en tijdens het trainen in verschillende weersomstandigheden zullen hond en begeleider (het zoekteam) ervaring opdoen in die verschillende weersomstandigheden.
Gunstige condities voor praktijkspeuren:
- Verse geur: Dit is waarschijnlijk de belangrijkste factor want hoe verser de geur, hoe groter de kans op succes.
- Geverifieerd startpunt: Als de begeleider een duidelijke geur kan introduceren voor de hond om te zoeken, dan helpt dat zeker om het juiste track te volgen.
- (Vuil) persoon: Wetenschappers hebben berekend dat mensen per vierkante centimeter ongeveer 1000 huidcellen per uur verliezen. Dat komt per mens overeen met 30 tot 90 milligram huidschilfers per uur. Huidschilfers zijn zeer persoonlijke stukjes data en honden kunnen hun kruimelspoor volgen, in staat om verdunningen van één of twee delen per biljoen te detecteren. Dat is als het voelen van een druppel in een olympisch zwembad. Maar iemand die vuil is (niet gewassen, stinkende kledij, zweten) laat uiteraard nog een veel sterkere geur achter.
- Snel bewegend persoon: Iemand die snel beweegt veroorzaakt veel meer bodembeschadiging en veel meer individuele geur.
- ’s Nachts en ‘s ochtends: De lucht is dikker en de geur blijft langer hangen.
- Koel en bewolkte weersomstandigheden: Dit beperkt de verdamping van de geur.
- Geen wind: Dit zorgt ervoor dat de geur dicht bij de grond blijft en het zal er zorgt er ook voor dat de geur niet wijdverspreid geraakt zodat de hond het juiste spoor beter kan volgen.
- Dikke, rijke vegetatie: Dit beperkt de verspreiding van geur en houdt de geur vast.
Ongunstige condities voor praktijkspeuren:
- Hitte: Dit veroorzaakt een snelle verdamping van de geur.
- Niet geverifieerd startpunt: De hond kan hierdoor de verkeerde route volgen of de verkeerde geur.
- Lage vochtigheid: De geur blijft niet lang hangen.
- Droge grond: Droge, harde grond kan geur niet goed vasthouden.
- Wind: De wind verdrijft de geur en zorgt ervoor dat de hond met de wind mee gaat zoeken.
- Hevige regen: Hevige regen zal de geur wegspoelen.
- Afleidende geuren: Dit zal de focus van de hond van het spoor weghouden. Dit zijn geuren zoals eten, uitwerpselen, stadsomgevingen etc…
- Bedekte geur: Sommige elementen in de natuur zorgen ervoor dat de geur-foto gedeeltelijk of helemaal bedekt wordt. Dit zijn bijvoorbeeld zand dat over het spoor is gewaaid en zo het spoor bedekt of bijvoorbeeld sneeuw, ijs en/of hagel kunnen er ook voor zorgen dat het zeer moeilijk of onmogelijk wordt om het spoor te volgen.
- Water: Water is één van de meest ongunstige parameters voor het zoek-team. Echter is het wel mogelijk dat ondiep water ervoor kan zorgen dat het zoek-team wisselend succes kan hebben doordat er ook rotsen en takken uitsteken die de geur kunnen opnemen.
Opmerkingen:
- Op plaatsen met veel en hoge vegetatie zal een ‘piek’ aan geurcomponenten aanwezig zijn. Deze sterke geurbron kan thevens vanaf een relatief grote afstand worden geroken en hier is de kans groot dat de hond voornamelijk de bodembeschadiging zal ruiken en volgen.
- Op plaatsen met weinig vegetatie en een harde ondergrond zal er voornamelijk aandacht zijn voor de menselijke geur. Dit is een minder krachtig geurbeeld in vergelijking als met bodembeschadiging. Het gevolg is dat de hond dichter op het spoor zal moeten blijven en minder snel zal kunnen werken.
Dus afhankelijk waarop je wilt trainen, moet je de context creëren. Voorkeur voor mensengeur, dan kort gras en harde ondergrond. Voorkeur voor bodembeschadiging, dan op een plaats met veel en hoge vegetatie en een zachte ondergrond.
VÓÓR je begint
Vraagstelling
Antwoord
• Weet wat je doet!
■ Vóór je begint:
- Is de hond voorbereid? Wanneer je wilt speuren moet je hond aan enkele basiszaken voldoen nl. is hij voldoende getraind? Is hij onder controle als hij losloopt? Reageert hij snel op de “kom” instructie? Daarom moet je zorgen dat je een goede basisgehoorzaamheid hebt en dat je altijd controle hebt over je hond.
- Is de hond gewoon aan andere omgevingen? Andere omgevingen betekent dat er andere milde tot sterke omgevingsprikkels zijn. Je hond moet gewoon zijn aan tal van verschillende omgevingen zodat hij niet sterk reageert op zaken in de omgeving zoals kinderen, andere dieren, fietsers, auto’s etc…
Een goede habituatie (andere omgevingen gewoon zijn) en socialisatie is cruciaal! - Welke trainingsinstrumenten ga je gebruiken? Heb je het juiste materiaal om te speuren? Lange leiband? Harnas? Gewone halsband? Etc…
- Heb je een goed overzicht van de omgeving? Schat de risico’s in van de omgeving waar je gaat speuren. Zijn er scherpe voorwerpen op de grond? Andere zaken die van belang zijn voor de veiligheid van je hond?
- Heb je de weersomstandigheden nagezien? Verschillende parameters zoals koude, hitte, regen, hagel, sneeuw etc… kunnen een directe invloed hebben op de resultaten tijdens het speuren alsook op de gezondheid van je hond (hitte is in het algemeen slechter dan koude voor je hond).
Het is belangrijk dat je het effect van de weersomstandigheden op het resultaat van het speuren kent en begrijpt. De begeleider moet daarom ook kunnen vaststellen hoe de luchtstromen circuleren.
Belangrijk hierbij is om te weten dat:
++++→ Warme lucht stijgt
++++→ Koude lucht zakt
++++→ Koude en vocht maken lucht zwaarder
Als begeleider moet je daarom beginnen met vast te stellen vanwaar de wind komt. Is het een sterke wind en is de wind gelijklopend of niet (je kan het testen met wat grassprieten)?
■ Hoelang blijven geuren bruikbaar?
Alles hangt uiteraard af van de weersomstandigheden maar het volgende overzicht van Syrotuck (1972) geeft een zeer voorzichtige benadering bij ideale omstandigheden.
Verspreiding van de geur
Vraagstelling
Antwoord
• Hoe verpreidt je geur zich?
Eens de hond de geur heeft geroken of heeft aangeboden, dan zal er zich een geurbeeld vormen bij de hond. Dit geurbeeld van het te zoeken slachtoffer kan je vergelijkingen met de vorming van een soort van wolk:
Wanneer het slachtoffer rechtdoor loopt zonder dat er veel wind is (of als de wind van voor komt), dan zal de hond het spoor gemakkelijk kunnen volgen. Hoe verder je van het slachtoffer bent verwijderd, hoe flauwer het geurspoor:
Een hond kan bepalen hoe sterk een geurspoor is en zal de sterkere geur volgen. De verspreiding van de geur kan je zien als een soort van kegel en die kegel wordt breder en minder intens als de geur naar buiten reist. De geur reist naar buiten door de afstand tussen het slachtoffer en de handler. De geur wordt steeds ouder en daardoor verandert de geur ook. De hond pikt dit op en kan daardoor de richting van het geurspoor bepalen.
Wanneer de wind van achter je komt is het veel moeilijker en verwachten we dat de hond meer een grondspoor gaat volgen (ook afhankelijk van de ondergrond uiteraard). Wanneer er een zijdelingse wind is, dan is het ook normaal dat de hond naast het spoor gaat lopen.
■ Hoe begeleiden aan de leiband?
De hond begeleiden aan de leiband betekent dat je ervoor moet zorgen dat de leiband niet vastgeraakt in de hond. Je moet dus niet te snel gaan en als de hond stopt moet je hem wat tijd laten om het spoor te laten zoeken, eventueel te laten “snuiven” (kop in de lucht) en de vrijheid laten om eventueel een “360” laten maken.
Let er te allen tijde op dat je je leiband goed vasthoudt dus niet op de grond laten slingeren tussen de poten van de hond want daarmee verlies je tijd. Geef mee met de leiband en neem ook leiband terug.
Hoe starten?
Vraagstelling
Antwoord
• From zero to hero
■ Een goede manier die we kunnen gebruiken om te starten is wat we “apport spoor” noemen. Bij het apport spoor gebruiken we een apportblok, kong of speeltje en teasen we de hond om het te pakken. Vervolgens loop je weg (binnen het zicht van de hond om te starten) en laat je de hond zijn speeltje zoeken. Let hierbij op de windrichting:
- Wind in je rug = moeilijker voor de hond
- Wind die van voor komt = gemakkelijker voor de hond)!
■ Praktische uitvoering:
- Laat de hond vóór je begint eerst plassen en behoefte doen zodat dit niet moet tijdens het zoeken.
- Aan het begin bij een nieuwe hond meteen met harnas werken en harnas uit wanneer het slachtoffer is gevonden of het speuren gedaan is.
- Begin door de startplaats te markeren (geverifieerd startpunt creëren) door de voeten te vegen en de hond te tonen dat je het speeltje hebt.
- Wrijf het speeltje intensief in je handen zodat de geur van je handen ook aan het speeltje zitten.
- Laat de hond aan je handen ruiken, met het speeltje in je handen.
- Tease de hond met het speeltje
- Vervolgens ga je een 20-tal meter verder en tijdens die 20 meter veeg je je voeten over de grond. Kijk ook om de 5 – 7 meter naar de hond en roep hem om zijn aandacht vast te houden.
- Na die 20 meter markeer je de eindplaats, zwaai je met het speeltje naar de hond en loop je terug over hetzelfde spoor en veeg je je voeten terug in het spoor.
- Als spoorlegger toon je je lege handen aan de hond.
- De geleider gaat met de hand naar het geverifieerd startpunt en zegt “zoek”, met een begeleidende beweging over de grond naar voor.
- Als geleider rem je de hond af met de lange lijn. De hond zoekt en pakt het speeltje en rent met de geleider terug.
- Vervolgens doe je hetzelfde óver hetzelfde spoor maar voeg 20m toe. Keer terug over hetzelfde spoor. Nu heeft de hond een bekende eerste helft en een onbekende 2e helft. En dit doe je enkele keren opnieuw tot je een 60 tot 100 meter hebt gedaan. Dit is een goede manier om te beginnen en maakt het supergemakkelijk voor beginnende honden. Ook kan je bij het 2e of 3e gedeelte van het apport spoor eens (schuin) naar links of naar rechts gaan.
■ Zodra de hond het een beetje begrijpt kan je een "single direction"-spoor leggen (terugkomen met een omweg of de spoorlegger blijft op het einde wachten) en kan je enkele aanpassingen in de manier van werken toevoegen:
- Beginnend kort met veel over de grond te vegen en dan vervolgens verder gaan met minder te vegen over de grond.
- Om de 3 tot 5 tot 10 tot…. X-aantal stappen de voeten vegen aan de grond en voor de rest gewoon stappen.
- Om de 10 meter een beetje voer/speelgoed op de grond leggen om de neus naar de grond te brengen maar als het lukt zonder voer, dan zeker zonder voer werken!
- In het begin tegen de wind in wandelen/werken om ervoor te zorgen dat de hond op het spoor blijft en de geur vindt van het volgende markeerpunt alvorens je dat markeerpunt eigenlijk al bereikt.
- Nu kunnen we bochten toevoegen alsook minder voeten vegen, meer tijd alvorens je het slachtoffer gaat zoeken en een langere afstand met minder beloningen op het spoor en overschakelen van voedsel naar geurartikelen.
- De geleider laat de hond aangelijnd zoeken met het instructie 'zoek'. Bij contact met het slachtoffer wordt er uitgebreid beloond door middel van te spelen met het speelgoedje (of bijtkussen).
Opmerking
Vind de motivatie van je hond en gebruik die! We geven de voorkeur om met een speeltje te werken maar honden die geen interesse hebben in een speeltje maar wel voedselgemotiveerd zijn kunnen we via voedsel het spoor laten volgen. Om dit te doen zal je bij het maken van het spoor starten met het vegen van je schoenen in het gras en om de paar passen wat harder heen en weer gaan met 1 voet en op die specifieke plaats enkele korrels leggen. Bij de herhaling van het apport spoor zal je dit blijven doen MAAR je kan na tijd minder korrels leggen (in het begin wel nog evenveel vegen in de grond, vervolgens ook minder vegen in de grond). Geleidelijk aan zal je enkel nog maar op plaatsen waar je van richting verandert en op het einde korrels of voedselbeloning leggen..
■ Opvolgsessie:
- Het slachtoffer speelt minder tot niet meer met de hond maar we gebruiken het geverifieerd startpunt met een geur van het slachtoffer om de hond duidelijk te maken wie we zoeken (gedragen kous).
- Het slachtoffer mag op het spoor ook GEUR verspreiden door een versterking te leggen ergens in het midden of aan een bocht (2e gedragen kous of kleine stukjes stof die het slachtoffer bij het lichaam had).
- Je maakt bochten maar veeg de voeten zeer duidelijk aan de grond op de plaatsen waar je van richting verandert.
- Rekening houden met de wind! Als je de hond met neus op de grond wilt laten zoeken dan moet je met lage vegetatie werken met wind mee (achter je) want dan kunnen ze de persoon voor je niet ruiken. Op die manier moeten ze wel de neus gebruiken.
Detectie (gebaseerd op Free Shaping)
Vraagstelling
Antwoord
• The shaping game?
Deze module is online te volgen via Https://k9training.be
STAP 1: Inprenting
STAP 2: Zoeken
STAP 3: Zoeken met bijkomende geur als afleiding
STAP 4: Zoeken in de omgeving
STAP 5: Aanwijzen
STAP 6: Zoeken en aanwijzen
STAP 7: Zoeken met aanwijzingen van de begeleider
STAP 8: Free run
Speltraining (schakelen, verhogen of verlagen van drift in combinatie met gehoorzaamheid)
Vraagstelling
Antwoord
• Deze module is praktisch
Deze module is praktisch
Posities (via loktraining en/of free shaping)
Vraagstelling
Antwoord
• Via het jachtspel of free shaping.
Loktraining algemeen:
Luring (lok-training) is een effectieve manier om je hond nieuwe posities aan te leren. Het is gemakkelijk, een actieve training, honden vinden het leuk en je kan vrij makkelijk en snel nieuw gedrag aanleren op deze manier. Dit type training houdt simpelweg in dat je een voedselbeloning gebruikt om de hond naar de gewenste positie of gedrag te leiden (directe beloning) en na verloop van tijd die voedselbeloning gaat faden eens de hond de volledige uitvoering kent. Dit is een gemakkelijke methode om snel iets aan te leren, indien de hond gemotiveerd is. Iets dat ALTIJD op dezelfde manier uitgevoerd moet worden (zit, voet, lig etc...)!
■ De aandachtspunten zijn:
- Dat je hond in het begin niet zelf nadenkt (maar dat later wel zal moeten doen wanneer het eten uitgefaseerd wordt).
- Dat je het lokken en sturen met het eten sowieso zal moeten uitfaseren (bij shaping niet noodzakelijk).
- Dat je hond associaties maakt die misschien niet gewenst zijn.
- Dat je hond misschien enkel zal werken voor het eten.
- Dat je gemakkelijker kan valsspelen dan bij free shaping.
■ Verloop van zero to hero met betrekking to loktraining:
Wanneer we iets nieuws aanleren aan de hond, dan gaat dit volgens verschillende fases:
Opgelet:
“Lokken met voedsel” is een bepaald gedrag sturen (vb. “ZIT” voedsel gaat omhoog tot de hond gaat zitten). Dit wordt gebruikt om iets nieuw aan te leren.
Lokken met voedsel wordt gebruikt in Fase 1 en Fase 2 (op het einde van fase 2 al minder dan aan het begin van fase 2).
“Beloning met voedsel” is anders dan “lokken met voedsel” in die zin dat voedsel bij “beloning met voedsel” enkel gegeven wordt wanneer het gevraagde gedrag al uitgevoerd is.
“Omkopen met voedsel” is iets wat je ook zeer regelmatig ziet. Honden die wel weten wat er van hen wordt verwacht maar het enkel nog maar gaan uitvoeren wanneer het baasje met eten zwaait.
If you don’t use it, you lose it! Af en toe moet je de aanleerfase en automatische fase opnieuw oefenen, enkel maar om de “muscle memory” van de hond te trainen.
Posities:
Voor het aanleren van de posities kunnen we loktraining gebruiken waar je de oefeningen afzonderlijk doet (voet/zit/lig) ofwel kan je alles samen oefenen via het jachtspel (https://k9training.be).
Een aantal posities kunnen echter ook via free shaping worden aangeleerd. Voorbeelden hiervan zijn te vinden op de online training https://k9training.be
Er is niet 1 methode beter dan de andere hiervoor want de hond moet niet specifiek inventief zijn om naar de voet te komen. In een experiment met 2 honden (Mechelse herder en een Dobermann) werd de ene hond via free shaping geleerd om aan de voet te komen en de andere via loktraining. Het resultaat was nagenoeg hetzelfde.